Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 maart 2013 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X te Z. Het beroep was gericht tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die op 6 april 2012 was gedaan in de zaak met nummer 10/00009. De kwestie betrof een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen, alsook de beschikking inzake heffingsrente die daarbij was gegeven. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81, lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). Dit artikel biedt de Hoge Raad de mogelijkheid om een cassatieberoep af te doen zonder inhoudelijke behandeling, indien de zaak geen rechtsvragen van belang bevat. De uitspraak van de Hoge Raad heeft daarmee de beslissing van het Gerechtshof bevestigd, en de eerdere uitspraak blijft in stand. De zaak is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in het kader van belastingrecht en bestuursrecht, en benadrukt de mogelijkheden van de Hoge Raad om cassatieberoepen af te wijzen zonder verdere inhoudelijke beoordeling.