Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 april 2013 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van X te Z. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van de Rechtbank te 's-Gravenhage, gedateerd 1 november 2012, met nummer AWB 12/4581. De Rechtbank had eerder een beslissing genomen op het verzet van belanghebbende tegen een uitspraak die betrekking had op de kosten van vervolging die aan haar in rekening waren gebracht. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de Hoge Raad niet ingaat op de inhoudelijke bezwaren van de appellant. Dit besluit houdt in dat de eerdere uitspraak van de Rechtbank in stand blijft en dat de appellant geen verdere rechtsmiddelen kan aanwenden in deze zaak. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de grenzen van de ontvankelijkheid in cassatie verduidelijkt, vooral in zaken die betrekking hebben op bestuursrechtelijke en belastingrechtelijke kwesties.