Hoge Raad
Op 5 april 2013 heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie van X B.V. te Z niet-ontvankelijk verklaard. Dit beroep was gericht tegen een uitspraak van de Rechtbank te Breda, gedateerd 18 oktober 2012, met nummer AWB 11/3049. De zaak betrof een verzet van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank, die betrekking had op een naheffingsaanslag in de omzetbelasting. Deze naheffingsaanslag was opgelegd voor de periode van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2000. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak geoordeeld dat het beroep in cassatie niet ontvankelijk was, wat betekent dat de Hoge Raad niet verder ingaat op de inhoudelijke bezwaren van X B.V. tegen de eerdere uitspraak. Dit heeft tot gevolg dat de beslissing van de Rechtbank te Breda in stand blijft, en dat de naheffingsaanslag zoals opgelegd aan X B.V. niet wordt herzien. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de voorwaarden voor ontvankelijkheid in cassatie verduidelijkt en de positie van belastingplichtigen in vergelijkbare situaties kan beïnvloeden.