ECLI:NL:HR:2013:BZ8092
Hoge Raad
- Cassatie
- Hoge Raad der Nederlanden
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake navorderingsaanslag inkomstenbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 april 2013 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X te Z. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van de Rechtbank te 's-Gravenhage, die op 27 september 2012 had geoordeeld over de navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2006. De Rechtbank had de navorderingsaanslag opgelegd aan de belanghebbende, X. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de Hoge Raad niet ingaat op de inhoudelijke bezwaren van de belanghebbende tegen de eerdere uitspraak van de Rechtbank. De beslissing van de Hoge Raad is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de voorwaarden voor ontvankelijkheid in cassatie verduidelijkt. De uitspraak benadrukt dat niet alle beroepen in cassatie automatisch worden behandeld, en dat er strikte eisen zijn waaraan voldaan moet worden om in cassatie te worden ontvangen. Deze uitspraak heeft implicaties voor toekomstige zaken waarin belanghebbenden in cassatie willen gaan tegen uitspraken van lagere rechters.