2.2. De klaagster heeft, kort gezegd en voor zover hier van belang, zich beroepen op het haar toekomende verschoningsrecht en zich op het standpunt gesteld dat zich geen zeer uitzonderlijke omstandigheden voordoen op grond waarvan het medisch beroepsgeheim zou moeten worden doorbroken. Dienaangaande heeft de Rechtbank in de bestreden beschikking het volgende overwogen:
"Aan het verschoningsrecht ligt ten grondslag dat het maatschappelijk belang dat de waarheid in rechte aan het licht komt moet wijken voor het maatschappelijk belang dat een ieder zich vrijelijk en zonder vrees voor openbaarmaking van het toevertrouwde om bijstand en advies tot de verschoningsgerechtigde moet kunnen wenden. Het verschoningsrecht is echter in zoverre niet absoluut dat zich zeer uitzonderlijke omstandigheden laten denken waarin het belang dat de waarheid aan het licht komt - ook ten aanzien van datgene waarvan de wetenschap de verschoningsgerechtigde als zodanig is toevertrouwd - moet prevaleren boven het verschoningsrecht. Wanneer dergelijke omstandigheden zich voordoen, laat zich niet in het algemeen beantwoorden. Hierbij zal moeten worden gelet op de aard en de ernst van het strafbare feit ten aanzien waarvan het vermoeden bestaat dat het is begaan, de aard en de inhoud van het materiaal waarover zich het verschoningsrecht uitstrekt in verband met het belang dat door het verschoningsrecht wordt gediend en de mate waarin de betrokken belangen van de patiënt worden geschaad indien het verschoningsrecht wordt doorbroken. Naar het oordeel van de raadkamer doen zich in dit geval zeer uitzonderlijke omstandigheden voor die maken dat het belang van de geheimhouding moet wijken voor het belang dat de waarheid aan het licht komt. De raadkamer heeft daarbij acht geslagen op het navolgende.
- In het voorliggende geval is het strafrechtelijk onderzoek gericht op een verdenking ter zake van een ernstig strafbaar feit, te weten seksueel misbruik gepleegd door een vader jegens zijn toen driejarige zoon.
- Het is van groot maatschappelijk belang dat ter staving dan wel ter ontkrachting van deze verdenking een gedegen, objectief en zo volledig mogelijk onderzoek wordt ingesteld waarbij kennis kan worden genomen van alle relevante feiten en omstandigheden.
- Het opnamemateriaal kan van bijzonder belang zijn voor het aan het licht brengen van de waarheid omtrent de gerezen verdenking. Op de desbetreffende videobanden is de speltherapie van [R] opgenomen, waarin hij zou vertellen over het vermeende misbruik. Kennisneming van het opnamemateriaal kan behulpzaam zijn bij de beoordeling door het openbaar ministerie van de vraag of er wel of geen voldoende bewijs is om tot vervolging van [de vader] over te gaan.
- Bovendien is niet aannemelijk dat beoordeling van deze vraag kan geschieden aan de hand van op andere, minder ingrijpende wijze verkregen informatie. Immers, de omgang tussen [R] en zijn vader ten aanzien waarvan thans de strafbaarheid nader dient te worden onderzocht, heeft plaatsgevonden in 2007. [R] was toentertijd drie jaar oud. Sindsdien is een (relatief) groot aantal jaren verstreken en is het leven van [R] aan allerlei veranderingen onderhevig geweest. Daarom zal naar het oordeel van de rechtbank niet zonder meer kunnen worden uitgegaan van de betrouwbaarheid en de authenticiteit van een in de nabije toekomst door [R] af te leggen verklaring. Een dergelijke verklaring vormt naar verwachting geen toereikend alternatief voor kennisneming van het (meer objectieve) opnamemateriaal.
- Tegenover enerzijds de door klaagster geuite vrees voor mogelijke aantasting van het vertrouwen van [R] in de hulpverlening, indien het opnamemateriaal voor doeleinden van strafvordering wordt gebruikt, staat anderzijds het belang van [R] bij strafrechtelijke bescherming tegen eventuele strafbare feiten als die waarop de verdenking ziet. Welk belang in de toekomst voor [R] het zwaarst zal wegen, valt op dit moment in redelijkheid niet te overzien. Wel gaat de raadkamer ervan uit dat er een algemeen maatschappelijk belang bestaat dat vereist dat zorgvuldig onderzoek dient plaats te vinden in geval van verdenking van strafbare feiten.
- Aan al het voorgaande doet het beroep van klaagster op het ontbreken van toestemming van de vader van [R] voor afgifte ter inzage van het opnamemateriaal niet af. Ten onrechte kent klaagster aan het ontbreken van de toestemming van de vader doorslaggevend belang toe, temeer daar klaagster heeft aangegeven dat met onderhavige klacht mede wordt beoogd om een tuchtklacht vanwege het verstrekken van het opnamemateriaal te voorkomen.
Gelet op het voorgaande acht de raadkamer het beroep van klaagster op haar verschoningsrecht ten aanzien van het uitgeleverde en in beslag genomen opnamemateriaal minder zwaarwegend dan het belang bij een zorgvuldige en zo objectief mogelijke waarheidsvinding."