Uitspraak
wonende te [woonplaats],
gevestigd te Amsterdam,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
12 juli 2013.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 juli 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiser], een medisch specialist, tegen het Slotervaartziekenhuis B.V. De zaak betreft de vernietiging van een arbitraal vonnis van het Scheidsgerecht Gezondheidszorg. [Eiser] was in dienst van het ziekenhuis en had een arbeidsconflict dat leidde tot een ontbindingsprocedure. Het scheidsgerecht had geoordeeld dat er sprake was van een vertrouwensbreuk tussen [eiser] en het ziekenhuis, wat leidde tot de ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst. [Eiser] stelde dat het vonnis van het scheidsgerecht in strijd was met de openbare orde en de goede zeden, en vorderde vernietiging van dit vonnis.
De rechtbank oordeelde in het voordeel van [eiser] en vernietigde het vonnis van het scheidsgerecht, maar het gerechtshof te Amsterdam vernietigde dit oordeel en wees de vordering van [eiser] af. De Hoge Raad oordeelde dat het hof onbegrijpelijk had geoordeeld dat het scheidsgerecht zijn beslissing enkel op basis van eigen waarneming had genomen, terwijl het scheidsgerecht in zijn oordeel ook het onderzoeksrapport had betrokken. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof en verwees de zaak naar het gerechtshof Den Haag voor verdere behandeling.
De Hoge Raad oordeelde dat het Slotervaartziekenhuis in de kosten van het geding in cassatie werd veroordeeld, met een specificatie van de kosten. Dit arrest benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging van de feiten en de rol van onderzoeksrapporten in arbitrale procedures.