Uitspraak
wonende te [woonplaats],
wonende te [woonplaats],
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
Hun huwelijk is omgezet in een geregistreerd partnerschap, dat op 3 juli 2006 is ontbonden.
4.Beslissing
6 september 2013.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 september 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de wijziging van kinderalimentatie. De vrouw, verzoekster tot cassatie, had eerder in de rechtbank een beschikking gekregen waarin de man, verweerder in cassatie, was verplicht om kinderalimentatie te betalen voor hun drie kinderen. De man had verzocht om de kinderalimentatie op nihil te stellen, omdat hij in financiële problemen verkeerde en was toegelaten tot een schuldsaneringstraject. De rechtbank had de kinderalimentatie in 2011 verlaagd, maar het hof had deze in hoger beroep op nihil gesteld, wat de vrouw betwistte.
De Hoge Raad oordeelde dat het hof buiten de grenzen van de rechtsstrijd was getreden door de kinderalimentatie op nihil te stellen. De vrouw had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank die de alimentatie op € 136,-- had vastgesteld, en de man had geen incidenteel hoger beroep ingesteld. Hierdoor was de rechtsstrijd beperkt tot de vraag of de alimentatie tussen € 136,-- en € 247,-- per maand per kind moest worden vastgesteld. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van het hof en verwees de zaak naar het gerechtshof Amsterdam voor verdere behandeling.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de grenzen van de rechtsstrijd in hoger beroep en de noodzaak voor de rechter om binnen deze grenzen te blijven bij het nemen van beslissingen over alimentatie. De uitspraak is relevant voor toekomstige zaken waarin alimentatie en schuldsanering aan de orde zijn.