ECLI:NL:HR:2013:CA1781
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- N. Jörg
- V. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een verstekuitspraak in een strafzaak wegens onjuiste betekening
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 juni 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een verstekuitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft een verdachte die in 1953 is geboren en tegen wie een strafzaak liep. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte zelf, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.J.N. Vermeij. De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot een beslissing die de Hoge Raad passend acht op basis van artikel 440 van het Wetboek van Strafvordering.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de verdachte niet op de terechtzitting in hoger beroep is verschenen, en dat het Hof verstek heeft verleend. De Hoge Raad heeft de stukken van het geding bekeken, waaronder de appelakte en de dagvaarding, en geconcludeerd dat de betekening van de appeldagvaarding niet correct heeft plaatsgevonden. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof niet voldoende heeft onderzocht of er redenen waren om het onderzoek ter terechtzitting te schorsen, zodat de verdachte alsnog aanwezig kon zijn. Dit verzuim leidt tot de nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep en de daaropvolgende uitspraak.
De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Den Haag, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Dit arrest benadrukt het belang van correcte betekening en de rechten van de verdachte in het strafproces.