ECLI:NL:HR:2013:CA3306
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Rechtbank Breda inzake verzoek tot overname tenuitvoerlegging door Republiek Frankrijk
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rechtbank Breda van 2 april 2012, met nummer 02/810012-09. De zaak betreft een verzoek van de Republiek Frankrijk tot overname van de tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing tegen de veroordeelde, geboren in 1969. Het beroep is ingesteld door de veroordeelde zelf, die werd bijgestaan door mr. R. Bom, advocaat te Breda. Deze advocaat heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld, dat aan het arrest is gehecht en daar deel van uitmaakt.
De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, waarop de raadsman schriftelijk heeft gereageerd. De Hoge Raad der Nederlanden heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het middel niet kan leiden tot cassatie. Dit is in overeenstemming met artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, samen met de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma. De uitspraak vond plaats ter openbare terechtzitting op 18 juni 2013, waarbij ook de waarnemend griffier S.C. Rusche aanwezig was.