Uitspraak
wonende te [woonplaats], Litouwen,
wonende te [woonplaats],
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
Het cassatierekest en het verweerschrift tevens houdende voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep zijn aan deze beschikking gehecht en maken daarvan deel uit.
3.Beoordeling van het middel in het principale beroep
In juli 2011 verbleef de vrouw met [de zoon] in Italië. Sinds 3 november 2011 verblijft de vrouw met [de zoon] in Nederland. Partijen zijn vanaf december 2010 gescheiden gaan leven, waarbij [de zoon] zijn hoofdverblijfplaats bij de vrouw hield.
Deze klacht is gegrond. De Litouwse rechter kon ten aanzien van [de zoon] geen voorlopige maatregel als bedoeld in art. 20 Brussel II-bis nemen, aangezien [de zoon] zich niet in Litouwen bevond (zie het arrest Purrucker I, punt 77, aanhef en tweede gedachtestreepje). De rechtbank heeft derhalve ten onrechte geoordeeld dat de bevoegdheid van de rechter te Vilnius op art. 20 Brussel II-bis is gebaseerd.
4.Beslissing
4 oktober 2013.