Deze bewezenverklaringen steunen op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een proces-verbaal met nummer 2007 292535 van 30 oktober 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1]. Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisant:
Naar aanleiding van het feit dat perceel Damrak 16 te Amsterdam is gekraakt, is door de officier van Justitie te Amsterdam, mr. J. Mul, toestemming gegeven tot ontruiming van de in dit perceel gelegen woning.
Ik ben door of namens de eigenaar gemachtigd tot het doen van de vordering om de gekraakte woning te verlaten.
Op 30 oktober 2007 bevond ik mij in het verbindings/commando voertuig nabij het te ontruimen pand. Dit voertuig is voorzien van een dakmegafoon, zijnde een elektrisch geluidversterkend middel.
1e vordering
Op 30 oktober 2007 heb ik via de dakmegafoon aan een ieder die zich in het perceel Damrak 16 bevond, gevorderd dit pand onmiddellijk te verlaten. De vordering was luid en duidelijk hoorbaar voor personen in en rondom het perceel en werd niet verstoord door andere geluiden. Na deze vordering heb ik ruimschoots gelegenheid gegeven het pand te verlaten. Door de bewoners is geen gehoor gegeven aan de vorderingen. Deze hebben de woning niet verlaten. Ik zag dat niemand het pand verliet. Ik zag dat de aanwezige personen bleven gooien met zogenaamde verfbommen.
2e vordering
Op 30 oktober 2007 is deze vordering door mij herhaald. Wederom was na de vordering ruimschoots de gelegenheid het pand te verlaten. Door de bewoners is wederom geen gehoor gegeven aan de vorderingen. Deze hebben de woning niet verlaten. Ik zag dat niemand het pand verliet. Ik zag dat de aanwezige personen bleven gooien met zogenaamde verfbommen.
Na de vorderingen is de ontruiming van genoemd perceel aangevangen. In de woning zijn bij de ontruiming personen aangetroffen, die zijn aangehouden.
2. Een fotokopie van een vonnis van de rechtbank te Amsterdam, sector civiel, voorzieningenrechter, van 9 oktober 2007.
Dit vonnis houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Vonnis in kort geding van 9 oktober 2007 in de zaak van [betrokkene 1], [betrokkene 2], [betrokkene 3] en [betrokkene 4], tegen hen die verblijven in de onroerende zaak of gedeelten daarvan gelegen aan het Damrak 16 te Amsterdam.
De beslissing:
De voorzieningenrechter veroordeelt gedaagden om binnen acht dagen na de betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen het pand aan het Damrak 16 te Amsterdam te ontruimen en ontruimd te houden, en met afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van eisers te stellen, met machtiging van eisers om, zonodig met behulp van de sterke arm, de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen, bepaalt dat deze veroordeling binnen de in artikel 577a lid 3 Rv genoemde termijn van een jaar ook ten uitvoer zal kunnen worden gelegd tegen een ieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging daar bevindt of daar binnentreedt en telkens wanneer dat zich voordoet.
3. Een fotokopie van een exploit van gerechtsdeurwaarder J.S. Evers van gerechtsdeurwaarderskantoor Groot & Evers.
Dit exploit houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Op 10 oktober 2007 op verzoek van [betrokkene 1], [betrokkene 2], [betrokkene 3] en [betrokkene 4] voor deze zaak tot aan het uiteinde van de tenuitvoerlegging van na te melden executoriale titel, heb ik, J.S. Evers, gerechtsdeurwaarder, aan:
Hen, die verblijven in de onroerende zaak, of een gedeelde daarvan, staande en gelegen te Amsterdam aan het Damrak 16, van wie de naam en woonplaatsen niet kunnen worden achterhaald, mitsdien mijn exploit doende en afschrift dezes, alsmede van te melden titel, latende ter plaatse in een gesloten envelop met daarop de vermeldingen als wettelijk voorgeschreven, terwijl een uittreksel van deze dagvaarding en spoedigste bekend zal worden gemaakt in Het Parool.
BETEKEND:
De grosse van een vonnis op 9 oktober 2007 in kort geding gewezen door de Voorzieningrechter van de rechtbank te Amsterdam, in de zaak van mijn requiranten als eisers en gerequireerden als gedaagden.
Voorts heb ik exploit doende en afschrift latende als boven gerelateerd, de gerequireerden uit krachte van de ten deze betekende executoriale titel.
BEVEL GEDAAN
Om aan de inhoud van de ten deze betekende veroordeling te voldoen en mitsdien binnen acht dagen na heden het perceel aan het Damrak 16 te Amsterdam met al het hunne en de hunnen te ontruimen en te verlaten en onder afgifte van de sleutels ter algehele en vrije beschikking van requirante te stellen, met aanzegging dat bij niet tijdige voldoening aan dit bevel, de ten deze betekende executoriale titel zal worden ten uitvoer gelegd door alle middelen rechtens, met name door daadwerkelijke ontruiming van voormelde percelen.
4. Een proces-verbaal met nummer 2007291011-1 van 30 oktober 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 6] en [verbalisant 7].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisanten:
Op 30 oktober 2007 bevonden wij ons in burgerkleding en met observatiedienst belast, op een dak gelegen aan de Nieuwedijk te Amsterdam, op ongeveer 50 meter afstand van het pand gelegen aan het Damrak 16 te Amsterdam en hadden vrij zicht op dit pand. Wij zagen op het dak van Damrak 16 drie personen staan. Wij zagen dat deze persoenen alle drie een witkleurige stoffen overal met capuchon aan hadden. Wij zagen dat de gezichten van de drie personen waren afgedekt door middel van bivakmutsen, donker van kleur. Wij zagen dat de drie personen groen/blauwkleurige handschoenen droegen.
Wij zagen dat een van de drie personen duidelijk groter was dan de andere twee. Wij zagen dat deze persoon zwartkleurige schoenen, zogenaamde kisten, droeg. Deze persoon noemen wij verder in dit proces-verbaal NN1.
Wij zagen dat een van de andere personen lichtkleurige sportschoenen, zogenaamde hardloopschoenen, droeg. Deze persoon noemen wij verder in dit proces-verbaal NN2.
Wij zagen dat de derde persoon op het dak halfhoge gympen droeg, zwart van kleur met een witte neus en witte randen rondom de schoen. Deze persoon noemen wij verder in dit proces-verbaal NN3.
Wij zagen dat NN2 en 3 ongeveer dezelfde lengte hadden. Wij zagen dat NN1, NN2 en NN3 de bivakmutsen afdeden en dat hun huidskleur blank was.
Wij zagen vervolgens dat zij gasmaskers opzetten. Wij zagen dat zij attributen kennelijk opzettelijk en met grote kracht naar beneden gooiden in de richting van het Damrak. Wij herkenden deze attributen als verfbommen. Wij zagen dat NN1, NN2 en NN3 tientallen verfbommen in de richting van het Damrak gooiden.
5. Een niet genummerd proces-verbaal van 30 oktober 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 8].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisant:
Op 30 oktober 2007 werd het perceel Damrak 16 te Amsterdam ontruimd door de mobiele eenheid. Ik bevond mij in de hal op de tweede verdieping van het pand en had zicht op de achterzijde van het pand Damrak 16.
Ik zag dat drie personen gekleed in witte overalls in de keuken van het perceel stonden, ik zag dat een van deze drie personen een verfbom in mijn richting gooide. Ik zag en hoorde dat de verfbom naast het raam waar ik mij achter bevond tegen de muur aan kwam. Ik zag dat de verfbom blauwe verf bevatte en dat de verf de muur blauw kleurde. Ik zag dat vervolgens deze persoon een tweede verfbom in mijn richting gooide. Ik zag en hoorde dat de verfbom het raam waar ik achter stond raakte. Ik zag dat het raam, dat al stuk was, verder versplinterde.
6. Een proces-verbaal met nummer 2007296936-1 van 3 november 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 9].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 3 november 2007 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van de aangever [betrokkene 5]:
Ik ben namens de Regiopolitie Amsterdam-Amstelland gerechtigd tot het doen van aangifte. Op 30 oktober 2007 werd op de openbare weg, Damrak 16 te Amsterdam een aantal voertuigen van voornoemde Regiopolitie vernield door middel van het onbevoegd aanbrengen van verf door personen bij de ontruimingen op 30 en 31 oktober 2007 van een kraakpand aan het Damrak te Amsterdam.
Tevens werden er kledingstukken en uitrustingstukken, welke ten tijde van de ontruimingen door personeel van de Mobile Eenheid werden gedragen, op dezelfde wijze vernield.
7. Een proces-verbaal met nummer 2007292535-1 van 4 november 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisant:
Naar aanleiding van de ontruiming van perceel Damrak 16 te Amsterdam op 30 oktober 2007 door de mobile eenheid, heb ik de door de aanhoudingseenheid opgenomen en mij ter beschikking gestelde beelden van genoemde ontruiming bekeken.
De opgenomen beelden zijn niet voorzien van een tijdsindicatie. Er loopt wel een tijdsmeter van de duur van de opname mee.
Op de opname, 1:08, is te zien dat er in ieder geval 3 personen zich op het dak van het pand bevinden. Op de derde etage van het pand hangen 2 personen uit het raamkozijn. Alle personen dragen witte pakken met capuchon en groene handschoenen. De personen op het dak dragen een gasmasker. De overigen dragen onder het pak iets zwarts kennelijk om herkenning te voorkomen.
Omstreeks 3:10 zijn er acht personen te zien in het pand. Drie personen op het dak, twee op de 3e etage en drie op de 2e etage.
Op 3:26 is te zien dat de waterwerper alsmede de mobiele eenheid komen aanrijden en dat tegelijk vanaf de 3e etage wordt begonnen met gooien in de richting van de waterwerper van de mobiele eenheid. Te zien zijn vier personen op de 3e etage. Tevens is te zien dat de drie personen op het dak beginnen te gooien in de richting van de mobiele eenheid. Op de 2e etage is te zien dat zeker een persoon gooit in de richting van de waterwerper. Vervolgens is te zien dat de drie personen op het dak met een soort ballen gooien in de richting van de mobiele eenheid. Uit de beelden blijkt dat de ballen zijn gevuld met verf. Deze ballen worden ook wel verfbommen genoemd.
Op 14:00 is er waarneembaar dat er nog steeds vanaf de derde etage met verfbommen wordt gegooid naar de waterwerper.
Op 15:38 is er waarneembaar dat er vanaf het dak wordt gegooid naar een voertuig van de mobiele eenheid. Te zien is dat een persoon vermoedelijk iets geraakt heeft omdat deze persoon zijn armen in de lucht steekt. Te zien is dat het voertuig van de mobiele eenheid hierop zijn voertuig naar achter verplaatst.
Op 21.30 is waarneembaar dat de leden van de brand- en traangaseenheid worden bekogeld met verfbommen.
Op 22.55 is te zien dat de voertuigen van de mobiele eenheid onder de verf zitten.
8. Een fotokopie van een foto uit de GSM van [betrokkene 6] (fotonummer DSC000269).
Deze foto, waarop in totaal 11 personen in witte overalls op het dak en voor de geopende ramen van het pand te zien zijn, is aan deze aanvulling gehecht.
9. Een proces-verbaal met nummer 2007292535-16 van 30 oktober 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 10] en [verbalisant 11]. Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisanten:
Wij zagen dat de verdachte NNPL133CM0710300955 grijze verf had op zijn middelvinger en pols van zijn rechterhand, wit/grijze verf op de duim van en wijsvinger van zijn linkerhand. Wij zagen dat hij witte verf had op de rug van zijn zwarte shirt en op diverse plekken op zijn legergroene broek. Wij zagen dat hij op de zijkanten en de onderkanten van zijn zwarte gympen witte verf zat.
10. Een proces-verbaal betreffende NNPL133CM0710300955, van 30 oktober 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 12].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisanten:
De verdachte NNPL133CM0710300955, geslacht man, gekleed in een legerbroek, is op 30 oktober 2007 aangehouden op de derde etage van perceel Damrak 16 te Amsterdam.
11. De verklaring van de verdachte [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984, afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 6 mei 2009.
Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Op vragen van de politierechter antwoord ik te zijn:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984.
Ik ben gedagvaard onder nummer NN.PL113C.M.71030.0955."