3.1In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) Op 1 oktober 2008 is door de gemeente Almelo (hierna: de gemeente) en RGN een koopovereenkomst getekend met betrekking tot een perceel, kadastraal bekend gemeente Ambt Almelo, sectie [A], nummer [001], [002], [003], [004] en [005] (gedeeltelijk) (hierna: het perceel).
(ii) Op 24 april 2009 hebben RGN en [eiseres] een intentieverklaring getekend, waarin onder andere het volgende is vermeld:
“Intentieverklaring
(…)
RGN zal afzien van de koop van het perceel ten gunste van [eiseres] zodat laatstgenoemde dit perceel kan verwerven van de Gemeente Almelo. Hiervoor zal een gezamenlijk schrijven van RGN en [eiseres] gericht worden aan het College van Burgemeester en Wethouders van Almelo waarin om goedkeuring hiervoor wordt gevraagd.
[eiseres] zal rechtstreeks met RGN afrekenen over de kosten en derving van RGN. Hiervoor is een bedrag overeengekomen ter grootte van € 500.000 welke per omgaande door [eiseres] overgemaakt zal worden aan RGN nadat de Gemeente Almelo haar goedkeuring heeft gegeven voor de verwerving van de grond door [eiseres] tegen een prijs die niet hoger zal zijn dan de € 425.000 en niet eerder dan na goedkeuring van deze overeenkomst door de aandeelhoudersvergadering van [B] Beheer B.V. d.d. 12 mei 2009.
[eiseres] is geïnformeerd over de intentie van de gemeente Almelo dat deze mogelijk inflatiecorrectie wil toepassen op de grondprijs. Echter, RGN en [eiseres] zijn overeengekomen dat de prijsstelling tussen [eiseres] en de Gemeente Almelo over de grondprijs het hierboven genoemde overeengekomen bedrag van € 500.000 niet zal beïnvloeden, indien en voorzover deze grondprijs niet hoger zal zijn dan € 425.000. Mocht het onwaarschijnlijke geval voordoen dat onverhoopt de grondprijs door de Gemeente Almelo op een hoger bedrag wordt gesteld dan € 425.000-, is er sprake van een nieuwe situatie die overleg tussen partijen noodzakelijk maakt.
De koopprijs voor het perceel welke onderling tussen [eiseres] en de Gemeente Almelo vastgesteld wordt, zal rechtstreeks door [eiseres] aan de Gemeente Almelo overgemaakt worden zonder tussenkomst van RGN.
Ondergetekenden zullen hun medewerking verlenen voor alle handelingen die nodig zijn voor het tot stand brengen van deze overeenkomst.
Deze overeenkomst vervalt van rechtswege indien Gemeente Almelo niet akkoord gaat met de overdracht van het perceel en de schadeloosstelling aan RGN voor de gemaakte kosten en derving en indien de aandeelhoudersvergadering van [B] Beheer B.V. geen goedkeuring verleent aan deze overeenkomst.”
(iii) Op 22 april 2009 hebben RGN en [eiseres] aan de gemeente een brief gestuurd, waarin onder andere het volgende is vermeld:
“Indien RGN afziet van de koop van het perceel bedrijfsterrein ten gunste van [eiseres] en zij dit perceel kan verwerven van de Gemeente Almelo zal [eiseres] hier haar nieuwe hoofdkantoor vestigen. [eiseres] en RGN spreken af dat [eiseres] rechtstreeks met RGN zal afrekenen over de kosten en derving van RGN inzake haar geplande nieuwbouw. Ondergetekenden vragen daarom medewerking van de Gemeente Almelo aan de voorgestelde procedure waarbij RGN afziet van de aankoop van het perceel grond, [eiseres] deze van de Gemeente Almelo koopt en [eiseres] en RGN onderling afrekenen over de gemaakte kosten en derving.”
(iv) Op 5 mei 2009 heeft RGN aan de gemeente, in aanvulling op de hiervoor genoemde brief van 22 april 2009, een brief gestuurd waarin zij stelt dat zij niet zal afzien van de aankoop van het perceel, indien in de aandeelhoudersvergadering van [B] Beheer B.V. geen goedkeuring wordt verleend aan de in de brief van 22 april 2009 genoemde transactie.
(v) Als reactie op de brief van RGN van 5 mei 2009 heeft de gemeente op 7 juli 2009 een brief gestuurd, waarin onder andere het volgende is vermeld:
“Wij hebben kennis genomen van uw brief d.d. 07-05-2009 waarin u de gemeente verzoekt om medewerking aan een procedure waarin wordt geregeld dat de door u gekochte kavel op Twentepoort Oost wordt doorgeleverd aan [B] Beheer B.V. ten behoeve van realisatie van haar nieuwe hoofdkantoor. Met de inhoud van deze brief verklaren wij ons akkoord en daarom verlenen wij onze medewerking aan een transactie waarbij de juridische overdracht van de kavel (…) gerealiseerd gaat worden, onder de voorwaarden zoals u die hebt gesteld in voornoemde brief. Voorwaarde van de zijde van de gemeente zal zijn dat er geen verhoging van de grondprijs mag worden gehanteerd. U dient de kavel over te dragen aan [B] Beheer B.V. voor een bedrag van € 415.000,- in totaal, exclusief BTW.”
(vi) Op 14 juli 2009 heeft Utopia Almelo B.V. conservatoir beslag (hierna: het beslag) gelegd op het perceel.
(vii) Op 20 juli 2009 is door notariskantoor [C] een concept-koopovereenkomst naar RGN en [eiseres] verstuurd.
(viii) Bij e-mailbericht van 30 juli 2009 heeft [betrokkene 1] aan onder anderen [betrokkene 2] (RGN) een aantal wijzigingen in de concept-koopovereenkomst doorgegeven. De e-mail houdt onder meer in:
“Mannen, er zijn punten en komma’s aangepast, geen inhoudelijke punten, op aangeven van de [eiseres]. Vanaf de 17e augustus is iedereen weer terug van vakantie. In die week vindt ondertekening en overdracht plaats.”
(ix) Op 7 oktober 2009 heeft [betrokkene 2] aan [betrokkene 3] ([eiseres]) een e-mailbericht gestuurd, waarin onder andere het volgende is vermeld:
“Wij hebben telefonisch contact gehad met [betrokkene 4] en hem aangegeven dat de tijd onze grote vijand aan het worden is en dat jullie er vanaf zouden zien indien het dit jaar niet wordt afgerond.”
( x) In een brief van 29 maart 2010 van [eiseres] aan RGN ([betrokkene 2]) is onder meer het volgende vermeld:
“Hierbij bevestigen wij schriftelijk wat in de afgelopen periode ook reeds mondeling met jullie is besproken, namelijk dat wij ons niet meer gebonden achten aan de intentieverklaring d.d. 24 april 2009 met betrekking tot het verwerven van het in die intentieverklaring omschreven stuk bouwgrond. (…)
Tot onze verbazing hebben wij uit het gesprek dat [betrokkene 3] op 15 maart 2010 met jou en [betrokkene 1] heeft gehad, moeten afleiden dat RGN zich thans op het standpunt stelt dat er (nog steeds) een verplichting tot afname van de grond op [eiseres] rust. Zoals uit het telefoongesprek van vandaag tussen [betrokkene 3] en jou bleek, is dit standpunt niet gewijzigd. Zoals wij hierboven hebben toegelicht is dit standpunt niet juist. Niettemin geeft ons dit aanleiding om onder uitdrukkelijk voorbehoud van onze rechten en onder handhaving van ons standpunt, jullie hierbij te sommeren om de desbetreffende bouwgrond binnen een termijn van 14 dagen na heden geheel vrij van beslagen en beperkte rechten aan ons te leveren.”
(xi) In een brief van 1 april 2010 heeft de raadsman van RGN aan [eiseres] laten weten:
“De dreiging van het kort geding heeft de beslaglegger doen besluiten de beslagen op te heffen en dat heeft zich inmiddels geconcretiseerd door een vaststellingsovereenkomst. (…)
Mijn cliënte kan dus definitief leveren zonder beslag, waartoe u mijn cliënte ook heeft gesommeerd. Cliënte kan dus ook definitief leveren binnen de door u gestelde termijn. Mijn cliënte zal op ieder door u gewenst moment verschijnen.”