ECLI:NL:HR:2014:293

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 februari 2014
Publicatiedatum
11 februari 2014
Zaaknummer
12/03783
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof te 's-Gravenhage inzake diefstal in vereniging

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 11 mei 2012 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1992. De verdachte is beschuldigd van diefstal in vereniging, gepleegd op 24 en 25 februari 2011 te Voorschoten. De verdachte zou samen met anderen drie laptops, een kluis, een projector/beamer en een geldbedrag van ongeveer 1300 euro hebben weggenomen uit een kantoor/pand. De toegang tot het pand werd verkregen door een raam open te breken.

De advocaat van de verdachte, mr. A.A.G. Balkenende, heeft een middel van cassatie voorgesteld, waarin wordt geklaagd dat de bewezenverklaarde diefstal in vereniging niet uit de gebezigde bewijsvoering kan volgen. De Advocaat-Generaal, G. Knigge, heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot een beslissing op basis van artikel 440 van het Wetboek van Strafvordering.

De Hoge Raad heeft de bewijsvoering beoordeeld en vastgesteld dat uit de door het Hof gebezigde bewijsvoering niet zonder meer kan volgen dat de verdachte zo bewust en nauw met anderen heeft samengewerkt dat hij als mededader kan worden aangemerkt. Het middel slaagt in zoverre, wat betekent dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven. De Hoge Raad heeft de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof Den Haag, zodat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw kan worden berecht en afgedaan.

Uitspraak

11 februari 2014
Strafkamer
nr. 12/03783
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 11 mei 2012, nummer 22/001856-11, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. A.A.G. Balkenende, advocaat te Katwijk, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot zodanige op art. 440 Sv gebaseerde beslissing als de Hoge Raad gepast zou voorkomen.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel klaagt onder meer dat de bewezenverklaarde diefstal in vereniging niet uit de gebezigde bewijsvoering kan volgen.
2.2.1.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
"hij omstreeks 24 februari 2011 tot en met 25 februari 2011 te Voorschoten tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een kantoor/pand, gelegen op of aan de [a-straat 1] heeft weggenomen drie laptops en een kluis en een projector/beamer en een geldbedrag van ongeveer 1300 euro, en andere goederen toebehorende aan [A], zulks na zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik te hebben gebracht door een raam van dat kantoor/pand open te breken en vervolgens via de aldus ontstane opening dat kantoor/pand binnen te gaan en een deur in dat kantoor/pand open te breken."
2.2.2.
De bewijsvoering is weergegeven in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 4.3 en 4.4.
2.3.
Uit de door het Hof gebezigde bewijsvoering kan niet zonder meer volgen dat de verdachte zo bewust en nauw met anderen heeft samengewerkt dat hij kan worden aangemerkt als iemand die zich "tezamen en in vereniging met anderen" - dus als mededader - aan de diefstal heeft schuldig gemaakt.
2.4.
Het middel slaagt in zoverre.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, het middel voor het overige geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Den Haag, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren W.F. Groos en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
11 februari 2014.