ECLI:NL:HR:2014:3477

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 december 2014
Publicatiedatum
2 december 2014
Zaaknummer
13/06281
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden inzake schuldwitwassen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 december 2014 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor schuldwitwassen, meermalen gepleegd, maar het Hof had in de bewezenverklaring bepaalde woorden doorgehaald, waardoor er geen delictsgedraging was opgenomen. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte het bewezenverklaarde had gekwalificeerd als schuldwitwassen. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 1 subsidiair tenlastegelegde en de strafoplegging. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor herbehandeling op het bestaande hoger beroep. De Hoge Raad verwerpt het beroep voor het overige. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtsontwikkeling op het gebied van witwassen en de vereisten voor een geldige bewezenverklaring.

Uitspraak

2 december 2014
Strafkamer
nr. S 13/06281
ABG
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 6 december 2013, nummer 21/003827-09, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] in het jaar 1963.

1.Geding in cassatie

Het beroep - dat blijkens de daarvan opgemaakte akte niet is gericht tegen de vrijspraak van het onder 1 primair tenlastegelegde - is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. M. Berndsen, advocaat te Utrecht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak doch uitsluitend wat betreft de beslissingen ten aanzien van het onder 1 subsidiair tenlastegelegde en de strafoplegging en in zoverre tot zodanige op art. 440 Sv gebaseerde beslissing als de Hoge Raad gepast za l voorkomen en tot verwerping van het beroep voor het overige.

2.Beoordeling van het eerste middel

2.1.
Het middel klaagt dat het Hof het onder 1 bewezenverklaarde ten onrechte heeft gekwalificeerd als "schuldwitwassen, meermalen gepleegd".
2.2.1.
Aan de verdachte is onder 1 subsidiair tenlastegelegd dat:
"zij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot 20 augustus 2006 in de gemeente Enschede en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (een) voorwerp(en), te weten:
- op of omstreeks 20 mei 2008 althans in de periode van 1 januari 2008 tot 1 juli 2008 in Enschede een auto, merk Mercedes (kenteken [AA-00-BB]) en/of een geldbedrag van ongeveer 3000 euro waarmee een reparatie aan die Mercedes is betaald en/of
- op of omstreeks 31 oktober 2007 althans in de periode van 31 oktober 2007 tot 1 december 2007 in Enschede een geldbedrag van 1000 euro althans enig geldbedrag waarmee een auto van het merk KIA (ter waarde van ongeveer 15.000 euro) is (aan)betaald en/of
- op of omstreeks 25 maart 2008 althans in de periode van 1 maart 2008 tot 1 april 2008 in Enschede een of meer televisies (al dan niet met een totaalwaarde van ongeveer 1750 euro) en/of het geldbedrag waarmee die televisie(s) is/zijn betaald en/of
- in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot 20 augustus 2008 in Amsterdam en/of Enschede en/of (elders) in Nederland een hoeveelheid sieraden en/of een of meer geldbedragen (waarvoor die sieraden bij een of meer pandjeshuizen was/waren beleend) en/of
- in of omstreeks de periode van 31 maart 2008 tot 10 april 2008 in Enschede een wasmachine en/of strijkijzer (al dan niet met een totaalwaarde van ongeveer 1045,40 euro) en/of het geldbedrag waarmee die wasmachine en/of strijkijzer is/zijn betaald en/of
- in of omstreeks de periode van 1 maart 2008 tot 1 juni 2008 in Enschede en/althans in Nederland en/of Duitsland een geldbedrag van ongeveer 1130 euro althans enig geldbedrag waarmee de huur van een of meer auto's (gedeeltelijk) is betaald en/of een geldbedrag van ongeveer 4500 euro althans enig geldbedrag waarmee de brandstof voor een of meer gehuurde auto's is betaald en/of
- op of omstreeks 13 juni 2006 althans in de periode van 13 juni 2006 tot 1 januari 2007 in Enschede een geldbedrag van ongeveer 2000 euro waarmee de aankoop van een auto van het merk Porsche, type Carrera Coupe is aanbetaald en/of
- op of omstreeks 30 juni 2008 in Nederland en/of Duitsland een geldbedrag van ongeveer 1332,69 euro althans enig geldbedrag waarvoor een Mercedes E500 is gerepareerd en/of
- op of omstreeks 13 juni 2008 in Enschede een geldbedrag van 5000 euro althans enig geldbedrag waarmee een auto van het merk BMW Z3 is aanbetaald en/of
- in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot 20 augustus 2008 in Enschede en/of (elders) in Nederland een of weer geldbedragen tot een totaal geldbedrag van 4457,35 euro althans tot enig totaal geldbedrag waarmee een of meer boetes aan de politie en/of justitie is/zijn betaald en/of
- in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot 20 augustus 2008 in Enschede althans in Nederland enig geldbedrag waarmee een plafond in een woning is/wordt (aan)betaald en/of afbetaald en/of een of meer (andere) geldbedragen en/of bankpasjes en/of een of neer andere voorwerpen/goederen, heeft/hebben verworven, voorhanden heeft/hebben gehad, overgedragen en/of omgezet, althans van dat/die voorwerp(en) gebruik heeft/hebben gemaakt;
terwijl zij en/of haar mededader(s) redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf."
2.2.2.
Daarvan is bewezenverklaard dat:
"zij op een tijdstippen in de periode van 1 januari 2006 tot 20 augustus 2006 in de gemeente Enschede, een voorwerpen, te weten:
- op 31 oktober 2007 in Enschede een geldbedrag van 1000 euro waarmee een auto van het merk KIA (ter waarde van ongeveer 15.000 euro) is aanbetaald en
- op 25 maart 2008 in Enschede een geldbedrag waarmee televisies zijn betaald en
- in de periode van 31 maart 2008 tot 10 april 2008 in Enschede een geldbedrag waarmee een wasmachine en strijkijzer zijn betaald en
- in de periode van 1 januari 2006 tot 20 augustus 2008 in Enschede en/of elders in Nederland geldbedragen tot een totaal geldbedrag van 4457,35 euro boetes aan politie en/of justitie is/zijn betaald en
- in de periode van 1 januari 2006 tot 20 augustus 2008 in Enschede enig geldbedrag waarmee een plafond in een woning is aanbetaald en/of afbetaald terwijl zij redelijkerwijs moest vermoeden dat bovenomschreven voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf."
2.3.
Het aan de verdachte onder 1 subsidiair tenlastegelegde is toegesneden op art. 420quater, eerste lid aanhef en onder b, Sr. Het Hof - dat in de voor de bewezenverklaring gebruikte tekst van de tenlastelegging heeft doorgehaald de woorden "heeft/hebben verworven, voorhanden heeft/hebben gehad, overgedragen en/of omgezet, althans van dat/die voorwerp(en) gebruik heeft/hebben gemaakt", zodat in de bewezenverklaring geen delictsgedraging is opgenomen - heeft het bewezenverklaarde ten onrechte gekwalificeerd als "schuldwitwassen, meermalen gepleegd".
2.4.
Het middel slaagt.

3.Slotsom

Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat het tweede middel geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 1 subsidiair tenlastegelegde en de strafoplegging;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren N. Jörg en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffie E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
2 december 2014.