3.1.Het arrest van het Hof houdt, voor zover voor de beoordeling van de aanvraag van belang, het volgende in:
- onder het opschrift 'strafbaarheid van de verdachte':
"Met betrekking tot de strafbaarheid van verdachte heeft het hof gelet op de in opdracht van de rechter-commissaris in strafzaken in de rechtbank Zwolle-Lelystad opgemaakte rapportage van drs. R.S. Turk, GZ-psycholoog, d.d. 5 augustus 2011 en de rapportage van dr. J.J. van Egmond, psychiater, d.d. 6 september 2011.
Daaruit komt naar voren dat verdachte lijdende is aan een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens, in diagnostische zin te omschrijven als schizofrenie van het ongedifferentieerde type. Voorts is er sprake van pathologisch gokken, alcohol- on cannabismisbruik, Dit psychische toestandsbeeld was reeds aanwezig ten tijde van het ten laste gelegde. De schizofrene stoornis, die onder meer wordt gekenmerkt door paranoïde wanen, maakt dat de realiteitstoetsing ernstig is verstoord, waardoor verdachte gemakkelijk kan komen tot grensoverschrijdende impulsieve handelingen.
Beide onderzoekers zijn van mening dat verdachte daarvoor niet verantwoordelijk kan worden gehouden. Zij adviseren verdachte vanwege zijn schizofrene stoornis als ontoerekeningsvatbaar te beschouwen voor het ten laste gelegde, indien bewezen, en hem te ontslaan van alle rechtsvervolging.
Het hof neemt deze conclusie over en maakt die tot de zijne. Het bewezen verklaarde kan verdachte derhalve niet worden toegerekend. Hij dient daarom te worden ontslagen van alle rechtsvervolging."
- en onder het opschrift ′oplegging van de maatregel van plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis' onder meer:
"De hiervoor genoemde gedragsdeskundigen hebben zich in hun rapportages eveneens uitgelaten over het gevaar voor herhaling en, daarmee samenhangend, de in deze zaak meest geëigende strafrechtelijke afdoening. Zij stellen zich op het standpunt dat de kans op recidiveren sterk verhoogd is, zolang de schizofrene stoornis niet effectief is behandeld.
Het hof heeft in dit verband onder meer gelet op de navolgende overwegingen, zakelijk weergegeven:
Bij een schizofrene procespsychose ontwikkelen zich na een psychotische periode (opmerking van het hof: daarvan is in 1997 en 2006 kennelijk sprake geweest) negatieve symptomen, zoals apathie, kritiek- en oordeelsstoornissen, cognitieve dysfunctie, psychotische misinterpretaties van sociale situaties, zeer heftige haatgevoelens, gepaard gaande met moeilijk te verklaren agressieve uitbarstingen en egocentrisch autistiform gedrag. Deze uit het ziektebeeld voortkomende factoren verhogen de kans op recidive. Vooral personen uit de primaire steungroep lopen daarbij risico. Indien betrokkene bij zijn moeder zou gaan wonen, zoals hij op enig moment van plan was, zou het risico worden verlegd van zijn echtgenote naar zijn moeder.
(...)
Over het kader, waarbinnen behandeling van verdachte zou moeten plaatsvinden heeft het hof overwogen gelet op de navolgende overwegingen, zakelijk weergegeven:
Effectieve psychiatrische behandeling van (ernstige) schizofrenie vereist opname in een psychiatrisch ziekenhuis, waarbij antipsychotische medicatie onmisbaar zal blijken te zijn. Betrokkene is nog nooit elders dan in de gevangenis psychiatrisch behandeld. Zijn aandoening zou aanzienlijk kunnen verbeteren, zowel voor wat betreft het eigen functioneren als het gevaar voor anderen, bij het goed instellen op (depot)medicatie, verpleegkundige begeleiding en het voorbereiden van goede nazorg na ontslag. Omdat betrokkene nooit eerder in de geestelijke gezondheidszorg is behandeld, lijkt dit de meest voor de hand liggende setting. Onderzoeker adviseert betrokkene de maatregel van plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis op te leggen. Een behandeling van een jaar lijkt voldoende om het recidivegevaar af te wenden.
(...)
Nu er ten tijde van het begaan van het bewezen verklaarde feit bij verdachte sprake was van een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens en verdachte als gevaarlijk voor anderen kan worden beschouwd, acht het hof behandeling van verdachte, conform het daartoe strekkende advies van de hiervoor aangehaalde gedragsdeskundigen noodzakelijk. Het hof zal daarom aan verdachte, conform het vonnis in eerste aanleg, de vordering van de advocaat-generaal aan verdachte de maatregel van plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis opleggen voor de duur van een jaar."