3.1In cassatie kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
(i) [A] B.V. (hierna: [A]) vervoerde in opdracht van [B] B.V. (hierna: [B]) beton in betonmixers. In verband met een wijziging van transporteur heeft [B] in 2006 een aantal betonmixers van [A] overgenomen en deze doorverkocht aan haar nieuwe transporteur, [eiseres].
(ii) Op grond van contractuele bedingen tussen [A] en [B] enerzijds en [B] en [eiseres] anderzijds diende de prijs bij beide verkopen bindend door een taxateur te worden vastgesteld.
(iii) Dekra heeft medio juni 2006 een zevental betonmixers getaxeerd. Als opdrachtgever vermelden haar taxatierapporten [A]. Feitelijk is de opdracht aan Dekra verstrekt door [betrokkene], directeur van [A].
(iv) Een e-mail namens [B] aan Dekra van 3 juli 2006 houdt onder meer in:
“Zoals telefonisch besproken wil ik zsm 4 auto 's getaxeerd hebben. (...) Deze auto's zijn vrijwel identiek aan de eerder getaxeerde 5-assige DAF voertuigen. (...) Aangezien de bovengenoemde auto 's veel minder kilometers hebben gereden (...) dan de getaxeerde voertuigen zijn wij ervan uitgegaan dat de taxatie boven de al eerder getaxeerde voertuigen lag. De kopende partij (dat ben ik weliswaar maar ik verkoop meteen weer door) was hiervan niet overtuigd, derhalve laat ik deze ook opnieuw taxeren."
(v) Dekra heeft de in deze e-mail bedoelde betonmixers begin juli 2006 getaxeerd. Als opdrachtgever vermelden de desbetreffende taxatierapporten [B].
(vi) Dekra heeft als honorarium voor de taxatie van de elf betonmixers een bedrag van € 1.350,-- ontvangen. In alle taxatierapporten van Dekra is het volgende opgenomen:
“Na oriëntatie met betrekking tot de verkoopwaarden en rekening houdend met de bijzonderheden zoals in dit rapport omschreven, taxeren wij de waarde (…) Deze taxatie geschiedt naar beste weten en kunnen, echter beoogt nimmer een waarborg te zijn voor verkoopopbrengst, wel een richtlijn.”
(vii) [B] heeft de in totaal elf betonmixers van [A] gekocht voor € 865.000,-- exclusief BTW, wat overeenkomt met de totale door Dekra getaxeerde waarde. [B] heeft de betonmixers doorverkocht aan [eiseres], volgens [B] en [eiseres] voor hetzelfde bedrag als [B] de betonmixers van [A] heeft gekocht.
(viii) In opdracht van [eiseres] heeft [C] B.V. dezelfde betonmixers op 31 juli 2006 getaxeerd. Deze taxatie geschiedde, blijkens het daarvan opgemaakte verslag, naar “Going Concernwaarde excl. BTW” en “na aftrek van aanwezige beschadigingen”. De waarde van de elf betonmixers is getaxeerd op in totaal € 570.750,-- exclusief BTW.
(ix) Vervolgens hebben [B] en [eiseres] gezamenlijk opdracht tot taxatie gegeven aan [D] B.V. Deze heeft, na inspectie op 27 november en 2 december 2006, de handelswaarde van de betonmixers getaxeerd op in totaal € 571.500,-- exclusief BTW, waarbij is getaxeerd “in verband met aanschaf van de voertuigen” en “rekening is gehouden met een tussen partijen overeengekomen concurrentiebeding, waardoor belanghebbende niet vrij is om de voertuigen binnen Nederland te verkopen”.
(x) De hiervoor onder (iii) genoemde [betrokkene] heeft verklaard:
“Naar mijn mening moet het Dekra (…) duidelijk zijn geweest dat de (…) taxatie geschiedde in het kader van een verkooptransactie tussen de firma [A] B.V. en de firma [B] B.V. De taxaties zijn ook uitgevoerd in het bijzijn van vertegenwoordigers van de firma [B] B.V. ”