ECLI:NL:HR:2014:649

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 maart 2014
Publicatiedatum
18 maart 2014
Zaaknummer
12/02880
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de onttrekking aan het verkeer van inbeslaggenomen wapens zonder vaststelling van strafbaar feit

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 maart 2014 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was vrijgesproken van het tenlastegelegde feit, namelijk het voorhanden hebben van wapens en munitie op of omstreeks 6 juni 2006 te Schiphol. De vrijspraak was gemotiveerd met de overweging dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte het tenlastegelegde feit had begaan. Ondanks de vrijspraak had het hof de onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen wapens bevolen, wat leidde tot de cassatie door de verdachte.

De Hoge Raad oordeelde dat de onttrekking aan het verkeer niet kon worden gehandhaafd, omdat de bestreden uitspraak niets inhield omtrent de vaststelling van enig strafbaar feit. Volgens artikel 36b, eerste lid aanhef onder 3° van het Wetboek van Strafrecht kan onttrekking aan het verkeer alleen worden uitgesproken bij een rechterlijke uitspraak waarbij, niettegenstaande vrijspraak, wordt vastgesteld dat een strafbaar feit is begaan. Aangezien de verdachte was vrijgesproken en er geen bewijs was geleverd voor een strafbaar feit, was niet voldaan aan de vereisten van de wet.

De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak voor zover deze aan zijn oordeel onderworpen was, uitsluitend wat betreft de beslissing over de onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen wapens. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof Amsterdam, zodat deze opnieuw kon worden berecht en afgedaan in het kader van het bestaande hoger beroep. Dit arrest benadrukt het belang van de vaststelling van een strafbaar feit voordat onttrekking aan het verkeer kan worden bevolen.

Uitspraak

18 maart 2014
Strafkamer
nr. 12/02880
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 3 mei 2012, nummer
23/000879-10, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972.

1.Geding in cassatie

Het beroep – dat blijkens de akte van cassatie niet is gericht tegen de gegeven vrijspraak – is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. B.P. de Boer, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de bestreden uitspraak voor zover aan zijn oordeel onderworpen zal vernietigen en een zodanige beslissing zal nemen die hij op grond van art. 440 Sv gepast acht.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel behelst de klacht dat de onttrekking aan het verkeer is bevolen zonder dat is vastgesteld dat een strafbaar feit is begaan.
2.2.1.
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
"hij op of omstreeks 06 juni 2006 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, aan boord van een luchtvaarttuig of op een luchtvaartterrein als omschreven in artikel 1 van de Luchtvaartwet (een) wapen(s) van categorie III, te weten - een revolver, merk North American Arms Inc, kaliber .22 Long en/of - een pistool, merk Colt, kaliber .380 auto, en/of bij die/dat wapen(s) behorende munitie van categorie III, te weten - vijf (5) scherpe patronen, kaliber .22 Long en/of - vijf (5) scherpe patronen, kaliber .380 Auto, voorhanden heeft gehad."
2.2.2.
De verdachte is hiervan vrijgesproken. Deze vrijspraak is als volgt gemotiveerd:
"Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken."
2.2.3.
Voorts is de onttrekking aan het verkeer bevolen van de volgende inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerpen:
- een revolver, kleur zilver, North American g 43488;
- een pistool, kleur zwart, Colt MK '80 mu55680.
Deze beslissing is als volgt gemotiveerd:
"Aangezien het bezit van de in de tenlastelegging genoemde, inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven, wapens in strijd is met de wet, zal het hof de onttrekking aan het verkeer daarvan gelasten."
2.3.
Art. 36b, eerste lid aanhef onder 3°, Sr luidt:
"1. Onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen voorwerpen kan worden uitgesproken:
(...)
3° bij de rechterlijke uitspraak waarbij, niettegenstaande vrijspraak of ontslag van alle rechtsvervolging, wordt vastgesteld dat een strafbaar feit is begaan."
2.4.
De verdachte is vrijgesproken van het tenlastegelegde. Bij gebreke van een bewezenverklaring is de rechter in het kader van het beslissingsschema van art. 350 Sv dus niet toegekomen aan de vraag of sprake was van een strafbaar feit. Nu de onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen voorwerpen is bevolen maar de bestreden uitspraak niets inhoudt omtrent de vaststelling van enig strafbaar feit, is niet voldaan aan het vereiste van art. 36b, eerste lid aanhef onder 3°, Sr.
2.5.
Het middel is terecht voorgesteld.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak – voor zover aan het oordeel van de Hoge Raad onderworpen – niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, voor zover aan zijn oordeel onderworpen, dus uitsluitend wat betreft de beslissing ter zake van de onttrekking aan het verkeer van de hiervoor genoemde inbeslaggenomen voorwerpen;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
18 maart 2014.