Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het eerste middel
3.Slotsom
5.Beslissing
18 maart 2014.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, nevenzittingsplaats Arnhem, in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1985. De verdachte is beschuldigd van wederrechtelijke binnendringing in een woning op 29 september 2010 te Hoofddorp. Het Hof had een voorwaardelijk verzoek van de verdediging om getuige [betrokkene 1] te horen, maar heeft verzuimd hierop te beslissen. Dit verzuim heeft geleid tot nietigheid van de uitspraak. De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Gerechtshof Amsterdam voor herbehandeling van de zaak.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof had moeten beslissen op het verzoek, nu de voorwaarde voor het verzoek was vervuld. Het verzuim om dit te doen is in strijd met de wet en leidt tot nietigheid van de uitspraak. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, voor een nieuwe behandeling van het hoger beroep. Dit arrest is gewezen op 18 maart 2014 door de vice-president en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken.