ECLI:NL:HR:2014:680

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 maart 2014
Publicatiedatum
21 maart 2014
Zaaknummer
13/03561
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huwelijksvermogensrecht en verrekenbeding in cassatie

In deze zaak, die op 21 maart 2014 door de Hoge Raad is behandeld, betreft het een verzoek tot cassatie van de man in een huwelijksvermogensrechtelijke kwestie. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.H.M. van Swaaij, heeft beroep ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof Amsterdam. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. van Duijvendijk-Brand, heeft verzocht het beroep te verwerpen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof Amsterdam, die relevant zijn voor het verloop van het geding. De man heeft in cassatie klachten aangevoerd, maar de Hoge Raad oordeelt dat deze klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt daarom het beroep van de man. De beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en M.V. Polak, en is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot.

Uitspraak

21 maart 2014
Eerste Kamer
13/03561
EV/LH
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
In de zaak van:
[de man],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. J.H.M. van Swaaij,
t e g e n
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. J. van Duijvendijk-Brand.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikkingen in de zaak 405729/FA RK 08-6388 van de rechtbank Amsterdam van 23 december 2009, 21 september 2011 en 14 december 2011;
b. de beschikking in de zaak 200.103.568/01 van het gerechtshof Amsterdam van 23 april 2013.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vrouw heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T Heisterkamp en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
21 maart 2014.