ECLI:NL:HR:2014:844

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 januari 2014
Publicatiedatum
8 april 2014
Zaaknummer
13/03098
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen arrest Gerechtshof 's-Hertogenbosch

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, gedateerd 14 november 2012, met nummer 20/001964-11. De verdachte, geboren op 26 januari 1969, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaten, mr. D. Moszkowicz en mr. J.W.E. Luiten, beiden werkzaam in Maastricht. In de schriftelijke middelen van cassatie die zijn ingediend, zijn verschillende argumenten naar voren gebracht ter ondersteuning van het beroep. De waarnemend Advocaat-Generaal, J. Wortel, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat betekent dat hij van mening is dat de cassatiegronden niet voldoende zijn om het arrest van het Gerechtshof te herzien.

De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Volgens artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO) is er geen noodzaak voor nadere motivering, omdat de ingediende middelen niet leiden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de ontwikkeling van het recht. Dit betekent dat de Hoge Raad de argumenten van de verdachte niet overtuigend genoeg vond om het eerdere oordeel van het Gerechtshof te herzien.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad op 28 januari 2014 het beroep verworpen. Dit arrest is uitgesproken door de raadsheer B.C. de Savornin Lohman als voorzitter, samen met de raadsheren W.F. Groos en V. van den Brink, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz, tijdens een openbare terechtzitting.

Uitspraak

28 januari 2014
Strafkamer
nr. 13/03098
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 14 november 2012, nummer 20/001964-11, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op 26 januari 1969.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben mr. D. Moszkowicz en mr. J.W.E. Luiten, beiden advocaat te Maastricht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De waarnemend Advocaat-Generaal J. Wortel heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer B.C. de Savornin Lohman als voorzitter, en de raadsheren W.F. Groos en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
28 januari 2014.