Uitspraak
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof ’s-Hertogenboschvan 23 mei 2013, nr. 12/00313, betreffende een aan belanghebbende opgelegde aanslag rioolrecht van de gemeente Roerdalen.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 april 2014 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een aanslag rioolrecht die was opgelegd aan de belanghebbende door de gemeente Roerdalen voor het jaar 2008. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar zowel de heffingsambtenaar als de Rechtbank te Roermond hadden de aanslag gehandhaafd. Het Hof 's-Hertogenbosch bevestigde deze uitspraak, waarop de belanghebbende in cassatie ging. De kern van het geschil was of de aanslag aan de belanghebbende mocht worden opgelegd, gezien het vertrouwensbeginsel. De Hoge Raad oordeelde dat de heffingsambtenaar bij de belanghebbende een in rechte te beschermen vertrouwen had gewekt dat er geen aanslag zou worden opgelegd voor de door hem gehuurde standplaats op de camping. Dit vertrouwen was gewekt door een informatiebrief die de belanghebbende had ontvangen in november 2009, waarin werd aangegeven dat de belastingheffing na de herindeling van de gemeenten was geharmoniseerd. De Hoge Raad oordeelde dat de aanslag voor het jaar 2008, die op 17 maart 2010 was opgelegd, niet kon worden gehandhaafd omdat het vertrouwen van de belanghebbende nog niet was beëindigd op het moment van de aanslag. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof, de uitspraak van de Rechtbank en de aanslag zelf. Tevens werd de gemeente Roerdalen veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende.