ECLI:NL:HR:2014:925

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 april 2014
Publicatiedatum
16 april 2014
Zaaknummer
14/01527
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • A.J.A. van Dorst
  • J.P. Balkema
  • J.W. Ilsink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een arrest van het Gerechtshof Den Haag inzake vervangende hechtenis

Op 15 april 2014 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een zaak betreffende een aanvraag tot herziening van een eerder arrest van het Gerechtshof Den Haag, gedateerd 20 maart 2014. De aanvraag tot herziening was ingediend door mr. M.R. Mantz, advocaat te 's-Gravenhage, namens de aanvrager, geboren in 1979. De zaak betreft een bezwaarschrift tegen de kennisgeving van het Openbaar Ministerie tot toepassing van vervangende hechtenis, dat door het Hof ongegrond was verklaard.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de beslissing van het Gerechtshof niet kan worden aangemerkt als een uitspraak houdende een veroordeling in de zin van artikel 457, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Hierdoor kon de aanvraag tot herziening niet worden ontvangen, conform artikel 465, eerste lid, Sv. De Hoge Raad heeft de aanvraag tot herziening dan ook niet-ontvankelijk verklaard.

De uitspraak is gedaan door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink. De waarnemend griffier E. Schnetz was aanwezig bij de uitspraak. Het arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij mr. Balkema en mr. Ilsink buiten staat waren om het arrest te ondertekenen.

Uitspraak

15 april 2014
Strafkamer
nr. 14/01527 H
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvraag tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan arrest van het Gerechtshof Den Haag van 20 maart 2014, nummer 22/003087-09, ingediend door mr. M.R. Mantz, advocaat te 's-Gravenhage, namens:
[aanvrager], geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979.

1.De uitspraak waarvan herziening is gevraagd

Het Hof heeft het bezwaarschrift als bedoeld in art. 22g, derde lid, Sr tegen de kennisgeving van het Openbaar Ministerie tot toepassing van vervangende hechtenis ongegrond verklaard.

2.De aanvraag tot herziening

De aanvraag tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

3.Beoordeling van de aanvraag

De aanvraag zal niet tot herziening kunnen leiden, reeds omdat de beslissing van het Hof van 20 maart 2014 niet is een uitspraak houdende een veroordeling in de zin van art. 457, eerste lid, Sv. De aanvraag kan daarom - gelet op art. 465, eerste lid, Sv - niet worden ontvangen.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart de aanvraag tot herziening niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
15 april 2014.
Mr. Balkema en mr. Ilsink zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.