ECLI:NL:HR:2015:1336

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 mei 2015
Publicatiedatum
26 mei 2015
Zaaknummer
14/01652
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Valse hoedanigheid bij oplichting via professioneel ogende websites

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 mei 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte was eerder door het Hof veroordeeld voor oplichting en witwassen, waarbij hij zich had voorgedaan als een bonafide verkoper van elektronische apparatuur en evenemententickets. Het Hof had vastgesteld dat de verdachte via professioneel ogende websites goederen aanbood, maar geen intentie of mogelijkheid had om deze daadwerkelijk te leveren. De verdachte had zich bediend van valse hoedanigheden en had consumenten bewogen tot het afgeven van geldbedragen door hen te misleiden met aantrekkelijke aanbiedingen en valse beloften over levering.

De Hoge Raad oordeelde dat het Hof terecht had geoordeeld dat de gedragingen van de verdachte aan te merken waren als het aannemen van een valse hoedanigheid in de zin van artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad verwierp het cassatieberoep van de verdachte, waarbij het Hof had vastgesteld dat de verdachte zich had voorgedaan als een betrouwbare verkoper, terwijl hij in werkelijkheid geen enkele intentie had om de aangeboden goederen te leveren. De Hoge Raad concludeerde dat het oordeel van het Hof niet blijk gaf van een onjuiste rechtsopvatting en dat de middelen van de verdachte niet tot cassatie konden leiden.

De uitspraak bevestigde de veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf van drie jaren en de toewijzing van schadevergoedingen aan benadeelde partijen. De Hoge Raad benadrukte dat de verdachte door zijn handelen niet alleen de wet overtrad, maar ook het vertrouwen van consumenten ernstig had geschaad.

Uitspraak

26 mei 2015
Strafkamer
nr. 14/01652
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 21 maart 2014, nummer 21/005464-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988.

1.De bestreden uitspraak

Het Hof heeft - met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, van 21 mei 2013 - in hoger beroep de verdachte ter zake van 1. en 3. "oplichting, meermalen gepleegd" en 2. "witwassen" veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaren. Tevens heeft het Hof beslissingen genomen ten aanzien van een aantal in beslag genomen voorwerpen. Voorts heeft het Hof de vorderingen van zevenenzeventig benadeelde partijen geheel of gedeeltelijk toegewezen en heeft het Hof ten behoeve van deze benadeelde partijen schadevergoedingsmaatregelen aan de verdachte opgelegd, waaronder de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij] die het Hof heeft toegewezen tot een bedrag van (de Hoge Raad leest:) € 211,43, waarbij het Hof de verdachte heeft veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan [benadeelde partij], alsmede aan de verdachte de verplichting heeft opgelegd tot betaling van dit bedrag aan de Staat ten behoeve van [benadeelde partij].

2.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. M.L.M. van der Voet, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de bestreden uitspraak zal vernietigen voor zover daarin aan [benadeelde partij] als benadeelde partij een bedrag van € 243,- is toegewezen en, opnieuw rechtdoende, de vordering zal toewijzen voor een bedrag van € 211,43, met verwerping van het beroep voor het overige.

3.Beoordeling van het eerste middel

3.1.
Het middel klaagt over de bewezenverklaring onder 1 en 3, voor zover inhoudende dat de verdachte telkens door het aannemen van een valse hoedanigheid personen heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag.
3.2.1.
Ten laste van de verdachte is onder 1 en 3 bewezenverklaard dat:
"1: hij in de maand september 2012 in Nederland, meermalen met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen telkens door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels 90 personen, waaronder:
- [betrokkene 1], wonende te [woonplaats], aangifte […] en
- [betrokkene 2], wonende te [woonplaats], aangifte 2012072970 en
- [betrokkene 3], wonende te [woonplaats], aangifte […] en
- [betrokkene 4], wonende te [woonplaats], aangifte […] en
- [betrokkene 5], wonende te [woonplaats], aangifte […],
heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk telkens - zakelijk weergegeven - valselijk, bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- goederen aangeboden middels een internetsite genaamd [B] en
- zich daarbij voorgedaan als een bonafide verkoper en/of
- bestellingen laten plaatsen door en/of mailverkeer onderhouden met bezoekers van die internetsite, waarbij al dan niet werd vermeld dat bij betaling voor 16:00 uur het bestelde goed de volgende werkdag zou worden geleverd en/of
- daarbij het vertrouwen gewekt dat hij, verdachte, die aangeboden en bestelde goederen zou en kon leveren en/of
- aan de bezoekers van die internetsite doen voorkomen dat betaling van bestelde goederen via Ideal of met een creditcard om technische redenen niet mogelijk was en de betaling van die bestelde goederen diende plaats te vinden op een bankrekening met nummer [001], waarbij al dan niet werd vermeld dat bij betaling voor 22:00 uur het bestelde goed op tijd geleverd zou worden,
waardoor die personen telkens werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
3: hij in het tijdvak van februari t/m april 2012 in Nederland, meermalen met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels 23 personen, waaronder:
- [betrokkene 6], wonende te [woonplaats], aangifte […] en
- [betrokkene 7], wonende te [woonplaats], aangifte […] en
- [betrokkene 8] en [betrokkene 9], wonende te [woonplaats], aangifte […] en
- [betrokkene 10], wonende te [woonplaats], aangifte […] en
- [betrokkene 11], wonende te [woonplaats], aangifte […]
heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk telkens - zakelijk weergegeven - valselijk, bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- tickets/toegangskaarten voor evenementen aangeboden middels een internetsite, genaamd [D] en
- zich daarbij voorgedaan als een bonafide verkoper en
- bestellingen laten plaatsen door en/of mailverkeer onderhouden met bezoekers van die internetsite en
- daarbij het vertrouwen gewekt dat hij, verdachte, die aangeboden en bestelde tickets/toegangskaarten zou en kon leveren, waardoor die personen werden bewogen tot bovenomschreven afgifte."
3.2.2.
Het Hof heeft ten aanzien van deze bewezenverklaring, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, het volgende overwogen:
"Valse hoedanigheid
Het oplichtingsmiddel 'valse hoedanigheid' is zowel bij feit 1 als bij feit 3 aanwezig. Verdachte deed zich in beide gevallen voor als een zogenoemde bonafide verkoper van respectievelijk wit- en bruingoed en evenemententickets. Hij had bij de in de tenlastelegging genoemde gevallen noch de mogelijkheid noch de intentie om de producten daadwerkelijk te leveren. In beide gevallen bediende verdachte zich van een professioneel ogende website, waarbij er een veelheid aan producten werd aangeboden tegen voor consumenten aantrekkelijke doch niet onredelijk lage prijzen. Bij beide sites bestond de mogelijkheid om elektronisch te betalen, hetgeen - en dit is een feit van algemene bekendheid - het vertrouwen van de consument in de goede intenties van de verkoper doet vergroten. Tevens werd er een fysiek adres weergegeven op de site, hetgeen eveneens vertrouwen opwekt. Daarbij was de naamgeving van beide websites dusdanig gekozen dat deze op zijn minst de associatie opriep met bestaande en betrouwbare websites. Onder 1 deed de naam prolecto.nl denken aan prolectro.nl, een bestaande elektronica-site. Dat de lay-out voorts werd geïnspireerd door de huisstijl van Scheer&Foppen versterkt het voorgaande in aanzienlijke mate. Onder 3 deed de gekozen naam worldticketscentre.eu denken aan de site worldticketcentre.nl, een bestaande vliegticket-site.
Onder 1 bediende verdachte zich voorts van een telefoonnummer, waarbij gedupeerden door de lange wachttijd naast het betaalde geld voor niet-geleverde goederen voorts nog geld betaalden voor de wachttijd, zonder - in veruit de meeste gevallen - ooit iemand aan de lijn te krijgen. Ten slotte speelt bij 1 mee dat verdachte - nadat kopers hadden aangegeven elektronisch te willen betalen - het deed voorkomen dat er een storing was. Hij verzond dan een mail naar de koper met daarin de belofte om direct de volgende dag te leveren, indien het bedrag maar direct via een normale overboeking werd overgemaakt op het bankrekeningnummer van verdachte.
Het voorgaande maakt dat het oplichtingsmiddel 'valse hoedanigheid' - in de vorm van het zich voordoen als bonafide verkoper - bewezen kan worden verklaard."
3.3.
Het middel faalt voor zover het klaagt dat het Hof heeft miskend dat de enkele omstandigheid dat iemand zich in strijd met de waarheid voordoet als bonafide verkoper die in staat en voornemens is de bij hem gekochte en aan hem vooruitbetaalde goederen te leveren, niet oplevert het aannemen van een valse hoedanigheid in de zin van art. 326 Sr. Het Hof heeft immers onder meer vastgesteld dat de verdachte zich, bij het op internet aanbieden van elektronische apparatuur en evenemententickets, het vragen van betaling daarvoor en het niet leveren daarvan, heeft bediend van professioneel ogende websites waarop een veelheid aan producten werd aangeboden zonder dat de verdachte de mogelijkheid en de intentie had die producten daadwerkelijk te leveren, waarbij de verdachte de namen van die websites (prolecto.nl en worldticketscentre.eu) dusdanig heeft gekozen dat deze de associatie opriepen met bestaande betrouwbare websites (prolectro.nl en worldticketcentre.nl). Gelet hierop geeft het oordeel van het Hof dat de gedragingen van de verdachte zijn aan te merken als het aannemen van een valse hoedanigheid in de zin van art. 326 Sr niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Dat oordeel is ook niet onbegrijpelijk.

4.Beoordeling van de middelen voor het overige

De middelen kunnen ook voor het overige niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen in zoverre niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

5.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
26 mei 2015.