3.2.Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Het proces-verbaal aangifte van de politie Rotterdam-Rijnmond d.d. 7 december 2011, nr. PL17C0 2011364583-1. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als de aangifte van [betrokkene 1]:
Op 6 december 2011 tussen 22:45 uur en 23:00 uur zat ik met [betrokkene 2] en [betrokkene 3] in de woonkamer van ons studentenhuis aan de [a-straat 1] te Rotterdam. Ik zag ineens een hoofd van een negroïde man om de hoek van de deur komen die toegang geeft tot de gang. Vervolgens verscheen er een lichtgetinte man naast. Deze mannen stapten de woonkamer binnen. Er stapte nog een derde man de woonkamer in, welke man volgens mij een vuurwapen in zijn handen had. Daarna kwam er nog een vierde man de woonkamer binnen. Ik hoorde de mannen roepen dat we onze zakken moesten leegmaken. Eén van de mannen pakte alle spullen van de salontafel af. Dat waren de mobiele telefoon en iPhone van [betrokkene 3]. [betrokkene 3] moest ook zijn portemonnee afgeven en de pincode van zijn pinpas opschrijven. Mijn iPhone werd ook gepakt. Ik zag dat [betrokkene 3] een beetje klunzig deed met het opschrijven van zijn pincode. Eén van de mannen schopte [betrokkene 3] toen tegen zijn rug. Vervolgens zeiden de mannen dat we onze horloges moesten afdoen. Ik hoorde één van de daders tegen [betrokkene 2] zeggen dat hij moest meewerken, want anders zou hij gestoken worden. Vervolgens pakte een andere dader, die voor de televisie stond, een stapel spellen van de Xbox360. Daarna draaiden de mannen zich om en zagen zij de Apple Macbook op de eetkamertafel liggen. Die hebben de mannen ook meegenomen. Daarop verlieten de mannen de woonkamer en ik hoorde de voordeur dichtslaan.
We zijn toen meteen naar boven gerend, naar [betrokkene 4], een medebewoner. Ik heb vervolgens meteen ingelogd op mijn Apple account om mijn iPhone te kunnen traceren. Op mijn iPhone zit namelijk een app genaamd "Zoek mijn iPhone", waarmee je je telefoon kan traceren. Dat programma geeft dan om de minuut de positie van mijn iPhone aan. Deze gegevens gaven de ter plaatse gekomen politieagenten door via hun portofoons.
2. Het proces-verbaal aangifte van de politie Rotterdam-Rijnmond d.d. 7 december 2011, nr. PL17C0 2011365066-1. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als de aangifte van [betrokkene 3]:
Op 6 december 2011 waren [betrokkene 2], [betrokkene 1] en ik in de woonkamer van onze woning aan de [a-straat 1] te Rotterdam. Ineens kwamen er vier personen de woonkamer binnen. Ik zag dat één van de personen een pistool had. Die persoon zei dat het een overval was en trad op als leider. Hij zei dat alle telefoons en portemonnees op tafel moesten, omdat we die moesten inleveren. Mijn iPhone en portemonnee lagen al op tafel. Ik heb ook mijn mobiele telefoon van het merk Blackberry op tafel gelegd. De mannen hadden mijn portemonnee en vroegen waar mijn geld was, maar ik heb bijna nooit contant geld op zak. Toen zagen ze mijn pinpas en moest ik mijn pincode opschrijven. Drie mannen waren al weg toen de laatste man nog een Apple Macbook op tafel zag liggen. Die nam hij mee en toen waren de mannen weg. Ik heb op een gegeven moment een schop tegen mijn rug gehad van één van de mannen, omdat ik niet genoeg opschoot met het opschrijven van mijn pincode. Het was bedreigend. De mannen hadden allemaal een trainingsbroek aan, geloof ik.
3. Het proces-verbaal aangifte van de politie Rotterdam-Rijnmond d.d. 7 december 2011, nr. PL17C0 2011365255-1. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als de aangifte van [betrokkene 2]:
Op 6 december 2011, tussen 22:15 uur en 22:45 uur, zat ik in de woonkamer van het studentenhuis aan de [a-straat 1] te Rotterdam. Ik zat hier met twee medestudenten, te weten [betrokkene 3] en [betrokkene 1]. Op een gegeven moment zag ik een voor mij onbekende man in de deuropening staan. Ik zag dat deze persoon een vuurwapen in zijn rechterhand hield. Ik zag dat er nog drie andere personen door de deuropening liepen. Eén van de mannen droeg een zwart/grijze trainingsbroek met drie rode strepen van het merk Adidas, voorzien van een voetballogo. Ik zag dat de man met het vuurwapen de woonkamer scande. Ik hoorde dat hij zei dat we rustig moesten doen, want ze kwamen om spullen te halen. Ik zag dat de mobiele telefoons van [betrokkene 3] en mij en de portemonnee van [betrokkene 3], welke op tafel lagen, door de daders werden gepakt. Ook de mobiele telefoon van [betrokkene 1] is door de daders gepakt. In de portemonnee van [betrokkene 3] zat een bankpas. [betrokkene 3] moest ook zijn pincode geven. Ik zag dat één van de daders een trappende beweging maakte naar [betrokkene 3]. Ik moest van één van de daders mijn horloge afdoen. Ik deed dit in eerste instantie niet, maar een andere dader maakte met zijn rechterhand een beweging naar zijn broeksband. Hierop deed ik mijn horloge af en ik zag dat mijn horloge door één van de daders werd gepakt. Ik zag dat een andere dader enkele spellen van de Xbox360 pakte. Hierop zag ik dat drie daders de woonkamer verlieten. De vierde dader liep verder de woonkamer in en pakte een Apple Macbook weg, die op de tafel lag. Deze Macbook is van een andere huisgenoot. Hierna heeft ook die laatste dader het pand verlaten.
4. Het proces-verbaal van bevindingen van de politie Rotterdam-Rijnmond, d.d. 7 december 2011, nr. PL17D0 2011364583-31. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als het relaas van de verbalisant:
Op 6 december 2011 omstreeks 22:49 uur kregen wij de opdracht te gaan naar de [a-straat 1] te Rotterdam, alwaar een overval in een woning had plaatsgevonden. In het voornoemde pand werden een aantal bewoners aangetroffen, waaronder een man welke opgaf te zijn [betrokkene 4]. [betrokkene 4] verklaarde aan mij, verbalisant, het volgende:
Ik heb op mijn laptop software geïnstalleerd staan waarmee ik de iPhone van [betrokkene 2] kan volgen. Bij de overval hebben de daders de telefoon van [betrokkene 2] meegenomen. Ik kan door middel van het GPS-signaal zien waar de Iphone zich bevindt. Het signaal wordt iedere 30 tot 60 seconden uitgelezen en de locatie van de telefoon wordt op een kaart geprojecteerd middels een blauwe stip. De plek waar de iPhone wordt weergegeven kan enkele meters afwijken. De maximale afstand van de afwijking wordt weergegeven middels een cirkel om de blauwe stip. Binnen deze cirkel moet de telefoon zich bevinden.
Ik, verbalisant, zag dat [betrokkene 4] mij een laptop liet zien. Op het beeldscherm van deze laptop zag ik een satellietfoto van de omgeving van de [a-straat 1] te Rotterdam. Ik zag dat er op de satellietfoto een blauwe stip stond op de Heemraadsingel, ter hoogte van de C.P. Tielestraat. Ik zag dat er om deze blauwe stip een cirkel stond.
Omstreeks 23:00 uur zag ik dat de locatie van de telefoon verplaatste naar de hoek van de Nozemanstraat en de Hooidrift.
Omstreeks 23:02 uur zag ik dat de locatie van de telefoon verplaatste naar de Davidsstraat, gelegen tussen de Hooidrift en de Gerrit Jan Mulderstraat.
Omstreeks 23:06 uur zag ik dat de locatie van de telefoon verplaatste naar de Van Heusdenstraat, eveneens gelegen tussen de Hooidrift en de Gerrit Jan Mulderstraat.
Omstreeks 23:10 uur zag ik dat de locatie van de telefoon verplaatste naar de tuinen tussen de Van Heusdenstraat en de Davidsstraat.
Omstreeks 23:20 uur zag ik dat de locatie van de telefoon verplaatste naar een pand in de [b-straat]. Na onderzoek op de satellietfoto bleek dat het signaal van de Iphone werd weergegeven op een pand met het nummer 63 aan de [b-straat]. Ik zag dat de locatie van de telefoon na 23:20 uur niet meer veranderde.
5. Het proces-verbaal van bevindingen van de politie Rotterdam-Rijnmond, d.d. 7 december 2011, nr. PL17D0 2011364583-21. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als het relaas van de verbalisant:
Op 6 december 2011 werd tussen omstreeks 23:04 uur en 23:10 uur een onderzoek ingesteld waarbij het volgende is bevonden.
Naar aanleiding van een overval op een woning aan de [a-straat 1] te Rotterdam werd ik, verbalisant, door de regionale meldkamer Rotterdam verzocht om in de omgeving van het misdrijf uit te kijken naar de verdachten van de overval.
Over de portofoon hoorde ik dat één van de daders een zwarte Adidas trainingsbroek aan had met de kleur rood er in. Het zou een trainingsbroek zijn van de voetbalclub AC Milan.
Ik hoorde dat de slachtoffers van het misdrijf de gestolen telefoon middels GPS zagen bewegen in de richting van de Nozemanstraat.
Hierop ben ik in de richting van de Nozemanstraat gereden. Toen ik op de Gerrit Jan Mulderstraat reed, in de richting van de Davidsstraat, zag ik op de kruising met de Van Heusdenstraat twee mannen lopen. Ik zag dat beide mannen een zwarte Adidas trainingsbroek droegen met de kleur rood erin. Hierop heb ik de mannen, die later [betrokkene 5] en [aanvrager] genaamd bleken te zijn, staande gehouden. Ik zag dat de trainingsbroeken die ze droegen van het merk Adidas waren. Ik zag dat de trainingsbroek van [betrokkene 5] voorzien was van het logo van de voetbalclub AC Milan. Tevens zag ik dat de trainingsbroek van [aanvrager] was voorzien van het logo van de voetbalclub Juventus. Ik heb de mannen gesommeerd om tegen mijn dienstvoertuig te gaan staan. Hierna zijn andere eenheden ter plaatse gekomen om de mannen te controleren.
6. Het proces-verbaal van bevindingen van de politie Rotterdam-Rijnmond, d.d. 7 december 2011, nr. PL17L0 2011364583-28. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als het relaas van de verbalisanten:
Op 6 december 2011 omstreeks 23:00 uur hoorden wij, verbalisanten, via de portofoon van een medewerker van de meldkamer van de politie Rotterdam-Rijnmond, dat er een overval had plaatsgevonden in een woning aan de [a-straat 1] te Rotterdam. Eén van de daders zou een trainingsbroek met rode strepen dragen.
Vervolgens hoorden wij dat er een eenheid werd bijgevraagd op de Gerrit Jan Mulderstraat te Rotterdam, ter hoogte van de kruising met de Van Heusdenstraat aldaar. Hierop zijn wij ter plaatse gegaan. Aldaar hoorden wij dat een collega van een andere eenheid een verdachte had aangehouden. Wij, verbalisanten, hebben de verdachte overgenomen en hem overgebracht naar het politiebureau. Bij aankomst op het politiebureau gaf de verdachte ons verbalisanten op te zijn genaamd [aanvrager], geboren op [geboortedatum] 1992.
Tijdens de insluitingsfouillering zag ik, verbalisant, dat uit de linkerbroekzak van [aanvrager] een bankpas van de Rabobank werd gehaald. Ik zag dat op de Rabobankpas stond de naam [betrokkene 3].
Ik verbalisant, heb hierop een onderzoek naar de bankpas ingesteld. Ik zag dat de bankpas afkomstig was van het adres aan de [a-straat 1] te Rotterdam.
7. Het proces-verbaal van bevindingen van de politie Rotterdam-Rijnmond, d.d. 21 december 2011, nr. PL17F0 2011364583-71. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als het relaas van de verbalisanten:
Op dinsdag 6 december 2011 vond in een woning aan de [a-straat 1] te Rotterdam een overval plaats. Hierbij werd onder meer een iPhone weggenomen. Deze telefoon was voorzien van software om de locatie van het toestel te kunnen bepalen. Uit de opgevraagde GPS-gegevens bleek dat de laatst bekende locatie werd weergegeven op de [b-straat], ter hoogte van huisnummer 63, te Rotterdam. Op basis van het imeinummer werd op 9 december 2011 een telefoontap op de iPhone aangesloten. Op 12 december 2011 werd met de iPhone contact gelegd met het nummer 010-[001]. Uit de tenaamstelling bleek dat dit nummer was afgegeven aan een persoon genaamd [betrokkene 6], wonende aan de [c-straat 1] te Rotterdam. Uit mastgegevens bleek tevens dat de telefoon in de buurt van deze woning een zendmast aanstraalde.
Op 20 december 2011 nam ik, verbalisant, telefonisch contact op met genoemd toestel. Daarbij bevond ik mij voor de woning aan de [c-straat 1] te Rotterdam. Nadat ik contact had gelegd met de vrouwelijke gebruikster van de iPhone, stelde ik haar op de hoogte van het feit dat zij verdacht werd van heling van een gestolen mobiele telefoon. Ik verzocht haar mee te gaan naar het politiebureau teneinde een verhoor af te nemen. De vrouw verklaarde hiermee akkoord te zijn en kwam naar buiten. Hier legitimeerde zij zich als [betrokkene 7]. Op het bureau verklaarde zij dat haar moeder de iPhone had gevonden op een parkeervak schuin tegenover haar woning. De iPhone was op dat moment stuk en functioneerde niet goed. [betrokkene 6] had de iPhone van haar moeder gekregen en deze ter reparatie aangeboden bij een belwinkel op de Vierambachtstraat te Rotterdam. Ter ondersteuning van haar verhaal toonde zij een kapot achterpaneel van het betreffende toestel, dat zij had laten vervangen.
Na het verhoor brachten wij [betrokkene 7] terug naar haar woning. Daarbij wees [betrokkene 7] de vindplaats van de iPhone aan. Opvallend was dat het toestel kennelijk was gevonden op een afstand van enkele meters van de plaats waar de verdachten [aanvrager] en [betrokkene 5] waren aangehouden. Deze plaats is bovendien op ongeveer honderd meter afstand van de laatste bekende GPS locatie vanuit de op het toestel geïnstalleerde applicatiesoftware "find my iPhone".
8. Het proces-verbaal "onderzoek GSM" van de politie Rotterdam-Rijnmond, d.d. 16 december 2011, nr. PL17R2-480/2011. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als het relaas van de verbalisant:
Op 16 december 2011 stelde ik een onderzoek in aan een in beslag genomen mobiele telefoon van het Merk Black Berry, type curve 8520, kleur zwart. Deze mobiele telefoon is aangetroffen bij de aanhouding van de verdachte [aanvrager], geboren op [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats]. Verzocht werd de gegevens veilig te stellen die mogelijk in deze mobiele telefoon stonden opgeslagen.
Chatsessie
Verzonden 06-12-201 @ 17.02
Ik zeg je
Money money money
Alleen dat zegt me iddi
Nu moet t ook komen man
Zou lekker zijn voor de feestdagen
9. Het proces-verbaal "tonen selectie bij simultane fotobewijsconfrontatie" van de politie Rotterdam-Rijnmond, d.d. 9 januari 2012, nr. 2011364583. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als het relaas van de verbalisant:
Op 9 januari 2012 confronteerde ik, verbalisant, als getuigenbegeleider, in het politiebureau te Rotterdam, de aangever [betrokkene 2], met een fotoselectie van 9 personen. De foto's werden simultaan getoond middels een fototoonbord. De foto's waren doorlopend genummerd van 1 tot en met 9.
Ik liet de fotoselectie ongeveer 10 seconden aan de aangever zien. Terwijl de aangever naar de selectie keek, nam ik het volgende waar:
De getuige stond naar het bord te kijken en wees binnen een paar seconden nummer 2 aan. Hij zei: "Ik weet het zeker, het is nummer 2."
Vervolgens vroeg ik aan de aangever:
"Bevond de door u bedoelde persoon zich in de selectie?". De aangever antwoordde: "Ja, het is nummer 2."
"Kwamen er in de selectie personen voor die u kent van een andere situatie?"
De aangever antwoordde: "Nee."
"Heeft u van anderen iets gehoord over herkenningen bij confrontaties in dit onderzoek?"
De aangever antwoordde: "Nee."
Nadat ik deze verklaring aan de aangever had voorgelezen, volhardde hij daarbij en ondertekende deze.
10. Het proces-verbaal "Simultane fotobewijsconfrontatie" van de politie Rotterdam-Rijnmond, d.d. 9 januari 2012, nr. 2011364583. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als het relaas van de verbalisant:
Op 9 januari 2012 heb ik, verbalisant, naar aanleiding van een op 6 december 2011 gepleegde overval te Rotterdam, een simultane fotobewijsconfrontatie gehouden, waarbij de aangever [betrokkene 2] werd geconfronteerd met 9 foto's van personen, waaronder een foto van de verdachte [betrokkene 5]. Ik selecteerde 8 foto's van figuranten die qua etnische afkomst, huidskleur, geslacht, gelaatskenmerken, haarkleur en haardracht gelijkenis vertoonden met de foto van de verdachte [betrokkene 5]. Alle geselecteerde foto's waren qua formaat, kleur, beeldvulling en lay-out nagenoeg identiek aan de gebruikte foto van de verdachte met nummer PL17D0:11:2721, vervaardigd in 2011 en afkomstig uit het fotobestand van de politie Rotterdam-Rijnmond. De foto van de verdachte en de foto's van de figuranten bevestigde ik in willekeurige volgorde op de plaatsen met de nummers 1 tot en met 9 op een fototoonbord. De foto van de verdachte kwam op plaats nummer 2."