ECLI:NL:HR:2015:1768

Hoge Raad

Datum uitspraak
30 juni 2015
Publicatiedatum
30 juni 2015
Zaaknummer
14/05351
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Artikel 80a RO-zaken
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van cassatieberoep in strafzaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 juni 2015 uitspraak gedaan over een cassatieberoep dat was ingesteld door de betrokkene, geboren in 1975. Het beroep was gericht tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 10 juni 2014, met nummer 22/001172-14. De advocaat van de betrokkene, mr. I.A. van Straalen, heeft een schriftuur ingediend die aan het arrest is gehecht. De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft in zijn schriftelijke standpunt aangegeven dat het cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard kan worden op basis van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie.

De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten die door de betrokkene zijn aangevoerd geen behandeling in cassatie rechtvaardigen. Dit is het geval omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het beroep, of omdat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Gezien deze overwegingen heeft de Hoge Raad besloten om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren.

De uitspraak is gedaan door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, samen met de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma, in aanwezigheid van de griffier S.P. Bakker. De beslissing is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 30 juni 2015.

Uitspraak

30 juni 2015
Strafkamer
nr. S 14/05351
MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 10 juni 2014, nummer 22/001172-14, in de strafzaak tegen:
[betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft mr. I.A. van Straalen, advocaat te 's-Gravenhage, een schriftuur ingediend. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft schriftelijk het standpunt ingenomen dat het cassatieberoep met toepassing van art. 80a RO niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien art. 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep niet-ontvankelijk verklaren.

3. Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
30 juni 2015.