ECLI:NL:HR:2015:191

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 februari 2015
Publicatiedatum
3 februari 2015
Zaaknummer
14/00032
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de dagvaarding in hoger beroep wegens ongeldige betekening

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 februari 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte was niet verschenen op de zitting in hoger beroep, waarop het Hof verstek verleende. De verdachte had echter betoogd dat de appeldagvaarding niet rechtsgeldig was betekend. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de dagvaarding op een adres was aangeboden waar de verdachte niet woonde of verbleef, en dat er geen bewijs was dat de appeldagvaarding op de juiste wijze was betekend. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte had geoordeeld dat de appeldagvaarding rechtsgeldig was betekend. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd en de dagvaarding in hoger beroep nietig verklaard. Dit arrest benadrukt het belang van een correcte betekening van dagvaardingen in het strafrecht en de gevolgen van een ongeldige betekening voor de ontvankelijkheid in hoger beroep.

Uitspraak

3 februari 2015
Strafkamer
nr. 14/00032
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 2 december 2013, nummer 21/006244-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1954.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. W.H. Jebbink, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot nietigverklaring van de dagvaarding in hoger beroep.
2. Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel klaagt onder meer over het oordeel van het Hof dat verstek kon worden verleend tegen de niet-verschenen verdachte en betoogt daartoe dat de appeldagvaarding niet rechtsgeldig is betekend.
2.2.1.
De bestreden uitspraak is bij verstek gewezen. Het Hof heeft de verdachte met toepassing van art. 416, tweede lid, Sv niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep.
2.2.2.
Bij de op de voet van art. 434, eerste lid, Sv aan de Hoge Raad toegezonden stukken bevinden zich:
(i) een "Akte rechtsmiddel" van 11 juli 2013 inhoudende dat de verdachte woont te Amersfoort, [a-straat 1];
(ii) het dubbel van de dagvaarding van de verdachte om te verschijnen ter terechtzitting in hoger beroep van 2 december 2013 met daaraan gehecht een akte van uitreiking die inhoudt dat die dagvaarding op 4 oktober 2013 is aangeboden op het adres "[a-straat 1], Amersfoort", maar aldaar niet is uitgereikt omdat "volgens mededeling van degene die zich op het door mij ingevulde adres bevond, de geadresseerde daar niet woont noch verblijft" en dat de dagvaarding vervolgens op 10 oktober 2013 aan de Griffier van de Rechtbank Oost-Nederland is uitgereikt;
(iii) een tweetal ID-staten SKDB van onderscheidenlijk 22 november 2013 en 29 november 2013, inhoudende dat een "huidig GBA-adres" niet beschikbaar is en dat door de verdachte op 31 oktober 2013 als woon- of verblijfplaats is opgegeven het adres [a-straat 1], Amersfoort.
2.3.
Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep vermeldt als adres van de verdachte: Amersfoort, [a-straat 1]. Gelet hierop en op de inhoud van de stukken zoals onder 2.2.2 weergegeven, heeft het Hof kennelijk geoordeeld dat dit adres de feitelijke woon- of verblijfplaats van de verdachte is. Nu uit de aan de Hoge Raad toegezonden stukken niet blijkt dat een afschrift van de appeldagvaarding is gezonden aan dit adres, zodat het ervoor moet worden gehouden dat dit niet is geschied, is het in de bestreden uitspraak besloten liggende oordeel van het Hof dat de appeldagvaarding op rechtsgeldige wijze is betekend, onbegrijpelijk.
2.4.
De klacht is terecht voorgesteld. De Hoge Raad zal de appeldagvaarding om doelmatigheidsredenen nietig verklaren.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen, brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, het middel voor het overige geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
verklaart de dagvaarding in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren N. Jörg en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
3 februari 2015.