ECLI:NL:HR:2015:2509

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 september 2015
Publicatiedatum
10 september 2015
Zaaknummer
15/01120
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens niet-betaling griffierecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 september 2015 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van belanghebbende, [X], tegen een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam. Het hoger beroep was ingesteld tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, die op 28 maart 2013 een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen had opgelegd aan belanghebbende. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie beoordeeld en vastgesteld dat de indiener van het beroepschrift in cassatie niet heeft voldaan aan de verplichting om griffierecht te betalen. De griffier had de indiener op 15 april 2015 en opnieuw op 10 juni 2015 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en de gelegenheid gegeven om te reageren op het niet tijdig betalen. Aangezien de indiener van het beroepschrift geen gebruik heeft gemaakt van deze gelegenheid, heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk moet worden verklaard op grond van artikel 8:41, lid 6, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en is gewezen door de vice-president en twee raadsheren.

Uitspraak

11 september 2015
Nr. 15/01120
Arrest
gewezen op het door
[A]te
[Q]ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Amsterdamvan 29 januari 2015, nr. 13/00297, op het hoger beroep van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland van 28 maart 2013 (nr. AWB 12/3628) betreffende een aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De griffier van de Hoge Raad heeft de indiener van het beroepschrift in cassatie bij aangetekende brief van 15 april 2015, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door de indiener opgegeven adres, gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling een termijn van vier weken gesteld. Het griffierecht is niet voldaan.
De griffier van de Hoge Raad heeft de indiener van het beroepschrift in cassatie bij aangetekende brief van 10 juni 2015, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door de indiener opgegeven adres, in de gelegenheid gesteld mee te delen waarom het griffierecht niet tijdig is betaald. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Het beroep in cassatie moet op grond van artikel 8:41, lid 6, Awb derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2015.