ECLI:NL:HR:2015:280

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 februari 2015
Publicatiedatum
12 februari 2015
Zaaknummer
14/03933
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Artikel 80a RO-zaken
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake belastingaanslagen en boetebeschikkingen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 februari 2015 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof Den Haag. Het beroep in cassatie was gericht tegen de uitspraak van 18 juni 2014, waarin de aan belanghebbende over de jaren 2001 tot en met 2005 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting, premie volksverzekeringen, premie arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en premie Ziekenfondswet, alsook de daarbij gegeven boetebeschikkingen en beschikkingen inzake heffingsrente, aan de orde waren. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die door de belanghebbende zijn ingediend, geen behandeling in cassatie rechtvaardigen. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld, klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep, dan wel dat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden. Gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en na het horen van de Procureur-Generaal, heeft de Hoge Raad besloten het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren. De uitspraak is gedaan door de vice-president en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken op de datum van de uitspraak.

Uitspraak

13 februari 2015
Nr. 14/03933
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Den Haagvan 18 juni 2014, nrs. BK-12/00561 tot en met BK-12/00572, betreffende de aan belanghebbende over de jaren 2001 tot en met 2005 opgelegde (navorderings)aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, de premie arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en de premie Ziekenfondswet, alsmede betreffende de daarbij gegeven boetebeschikkingen en beschikkingen inzake heffingsrente.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2015.