Uitspraak
[X] B.V.te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Amsterdamvan 10 januari 2013, nrs. 11/00696, 11/00697 en 11/00698, betreffende uitnodigingen tot betaling van douanerechten.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 februari 2015 een arrest gewezen naar aanleiding van een prejudiciële vraag over de indeling van een elektrisch apparaat, aangeduid als [A], dat digitale geluidsbestanden ontvangt en deze omzet in geluid. De zaak is ontstaan uit een beroep in cassatie van [X] B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam, die op zijn beurt weer voortvloeide uit uitnodigingen tot betaling van douanerechten door de Inspecteur. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de indeling van het apparaat in de douaneposten, waarbij de Inspecteur het apparaat indiende onder post 8519 van de Gecombineerde Nomenclatuur (GN) met een douanetarief van 4,5%. De belanghebbende betoogde dat het apparaat onder post 8517 moest worden ingedeeld, met een douanetarief van 0%. Het Hof oordeelde dat het apparaat vatbaar was voor indeling onder zowel post 8517 als post 8519, maar dat de hoofdfunctie van het apparaat het weergeven van geluid was, waardoor indeling onder post 8519 gerechtvaardigd was. De Hoge Raad heeft vervolgens vragen voorgelegd aan het Hof van Justitie van de Europese Unie over de juiste indeling van het apparaat in de douaneposten, waarbij de nadruk lag op de nieuwe technologie van streaming en de vraag of het apparaat als een nieuw ontwikkeld apparaat onder post 8543 moest worden ingedeeld. De Hoge Raad heeft het geding geschorst totdat het Hof van Justitie uitspraak heeft gedaan.