ECLI:NL:HR:2015:3003

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 oktober 2015
Publicatiedatum
8 oktober 2015
Zaaknummer
15/02436
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens niet-betaling griffierecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 oktober 2015 uitspraak gedaan over het beroep in cassatie van [X] Ltd tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag. Het beroep was gericht tegen een aan belanghebbende opgelegde aanslag in de gemeentelijke belastingen voor het jaar 2014. De Rechtbank had op 17 april 2015 uitspraak gedaan in deze zaak, maar het beroep in cassatie werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet was voldaan.

De griffier van de Hoge Raad had belanghebbende op 15 juli 2015 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en een termijn van vier weken gesteld voor betaling. Deze brief werd echter wegens onbestelbaarheid teruggezonden. Een tweede brief op 18 augustus 2015, waarin belanghebbende werd gevraagd om uitleg over de niet-tijdige betaling, werd eveneens niet ontvangen.

Op basis van artikel 8:41, lid 6, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk moest worden verklaard. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig voldoen aan griffierechten in cassatieprocedures.

Uitspraak

9 oktober 2015
Nr. 15/02436
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X] Ltdte
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de
Rechtbank Den Haagvan 17 april 2015, nr. SGR 14/9956 V, op het verzet van belanghebbende betreffende tegen de uitspraak van de Rechtbank betreffende een aan belanghebbende voor het jaar 2014 opgelegde aanslag in de gemeentelijke belastingen van de gemeente Den Haag.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 15 juli 2015 gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling een termijn van vier weken gesteld. Deze brief is wegens onbestelbaarheid teruggezonden aan de Hoge Raad, waarna het stuk bij gewone brief is verzonden naar het door belanghebbende in het beroepschrift in cassatie opgegeven adres. Het griffierecht is niet voldaan.
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 18 augustus 2015 in de gelegenheid gesteld mee te delen waarom het griffierecht niet tijdig is betaald. Deze brief is eveneens wegens onbestelbaarheid teruggezonden aan de Hoge Raad, waarna het stuk bij gewone brief is verzonden naar het door belanghebbende opgegeven adres. Belanghebbende heeft niet gereageerd.
Het beroep in cassatie moet op grond van artikel 8:41, lid 6, Awb derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en M.E. van Hilten, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 9 oktober 2015.