ECLI:NL:HR:2015:309

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 februari 2015
Publicatiedatum
13 februari 2015
Zaaknummer
14/05408
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om toelating tot schuldsaneringsregeling en niet-ontvankelijkheid

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 februari 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek om toelating tot een schuldsaneringsregeling. De verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.J.Ph. Dietz de Loos, was niet ontvankelijk in zijn verzoek omdat hij niet voldeed aan de vereisten zoals gesteld in artikel 285 lid 1, onder f, van de Faillissementswet (Fw). De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken van de rechtbank Zeeland-West-Brabant en het gerechtshof 's-Hertogenbosch, waar het vonnis en het arrest respectievelijk zijn gewezen op 4 augustus 2014 en 21 oktober 2014. De Advocaat-Generaal L. Timmerman heeft in zijn conclusie geadviseerd om het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad heeft de klachten die in de middelen zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden en heeft geoordeeld dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De beslissing van de Hoge Raad is dat het beroep wordt verworpen, zonder dat verdere motivering noodzakelijk is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

13 februari 2015
Eerste Kamer
nr. 14/05408
RM/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.Ph. Dietz de Loos.
Verzoeker zal hierna ook worden aangeduid als [verzoeker].

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak C/02/285900 / FT RK 14/1311 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 4 augustus 2014;
b. het arrest in de zaak HV 200.153.981/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 21 oktober 2014.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

3.Beoordeling van de middelen

De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.E. Drion en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
13 februari 2015.