Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het eerste middel
2. (...)
3. De maatregel kan te zamen met straffen en andere maatregelen worden opgelegd.
-5).
3.Beoordeling van het tweede middel
4.Beslissing
3 november 2015.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 november 2015 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte was schuldig bevonden aan het opzettelijk en wederrechtelijk vernielen van andermans eigendom op 19 mei 2011, maar er werd geen straf of maatregel opgelegd. In plaats daarvan werd een schadevergoedingsmaatregel opgelegd ten behoeve van het slachtoffer, ter hoogte van € 2.970,90, vermeerderd met wettelijke rente. De verdachte stelde dat de oplegging van deze schadevergoedingsmaatregel in strijd was met artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht, omdat hij was veroordeeld zonder dat er een straf was opgelegd. De Hoge Raad heeft echter geoordeeld dat de wetgever bij de wijziging van artikel 36f, eerste lid, niet de bedoeling had om het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel te beperken tot gevallen waarin een straf werd opgelegd. De Hoge Raad concludeert dat artikel 36f, eerste lid, moet worden gelezen alsof de woorden 'tot een straf' daarin niet voorkomen. Hierdoor is het mogelijk om een schadevergoedingsmaatregel op te leggen, zelfs als er geen straf is opgelegd. De Hoge Raad verwerpt het beroep van de verdachte, waarmee de eerdere uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft.