ECLI:NL:HR:2015:3239

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 november 2015
Publicatiedatum
5 november 2015
Zaaknummer
15/02823
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incidenteel verzoek faillissementscurator tot zekerheidstelling voor proceskosten in cassatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 november 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure waarin de curator, Pieter Rudolf Dekker, een incidenteel verzoek heeft ingediend tot zekerheidstelling voor de proceskosten in cassatie tegen Sypesteyn Holding B.V. De curator is aangesteld in het faillissement van Rondenborch Residential B.V. en heeft het verzoek ingediend omdat Sypesteyn gevestigd is in Dubai, wat complicaties met zich meebrengt voor het verhalen van proceskosten. Sypesteyn heeft verzocht om niet-ontvankelijkheid van de curator in zijn verzoek, met als argument dat zij statutair gevestigd is in Amsterdam, en dus woonplaats heeft in Nederland.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er geen grond is voor het bevel tot zekerheidstelling voor de proceskosten, omdat Sypesteyn statutair gevestigd is in Amsterdam. Dit betekent dat de curator geen recht heeft op zekerheidstelling op basis van de relevante artikelen in het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De Hoge Raad heeft het incidentele verzoek van de curator afgewezen en de zaak verwezen naar de rol van 20 november 2015 voor verdere procedure.

Deze uitspraak benadrukt het belang van de vestigingsplaats van rechtspersonen in faillissementsprocedures en de mogelijkheden voor het verhalen van proceskosten. De beslissing van de Hoge Raad biedt duidelijkheid over de juridische positie van Sypesteyn in deze context.

Uitspraak

6 november 2015
Eerste Kamer
15/02823
EE/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest in het incident tot zekerheidstelling
in de zaak van:
Pieter Rudolf DEKKER, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Rondenborch Residential B.V.,
wonende te Rosmalen,
gemeente ’s-Hertogenbosch,
VERZOEKER in het incident in cassatie,
advocaat: mr. A.C. van Schaick,
t e g e n
SYPESTEYN HOLDING B.V.,
gevestigd te Dubai,
Verenigde Arabische Emiraten,
VERWEERSTER in het incident in cassatie,
advocaat: mr. J. van Weerden.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de curator en Sypesteyn.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak C/13/15/107-F en C/13/15/109-F van de rechtbank Amsterdam van 8 april 2015;
b. het arrest in de zaak 200.168.240/01 van het gerechtshof Amsterdam van 16 juni 2015.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft Sypesteyn beroep in cassatie ingesteld.
De curator heeft een incidenteel verzoek strekkende tot zekerheidstelling voor de proceskosten ingediend.
Het cassatierekest en het incidenteel verzoek strekkende tot zekerheidstelling voor proceskosten zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Sypesteyn heeft verzocht de curator in zijn verzoek niet-ontvankelijk te verklaren dan wel het verzoek af te wijzen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot afwijzing van het incidentele verzoek tot zekerheidstelling.
De advocaat van de curator heeft bij brief van 17 september 2015 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het incidentele verzoek

3.1
In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) De curator is als zodanig aangesteld in het faillissement van Rondenborch Residential B.V.
(ii) Op verzoek van de curator zijn SCPD Holding B.V. (hierna: SCPD) en Crescendo Investment Group III B.V. (hierna: Crescendo) door de rechtbank in staat van faillissement verklaard.
(iii) Sypesteyn is bestuurder en aandeelhouder van SCPD en indirect bestuurder en aandeelhouder van Crescendo.
3.2.1
Sypesteyn, SCPD en Crescendo zijn in verzet gekomen tegen de faillietverklaring van SCPD en Crescendo.
De curator heeft daarop onder meer een incidenteel verzoek ingediend tot zekerheidstelling voor de proceskosten door Sypesteyn.
De rechtbank heeft het verzet ongegrond verklaard en het incidentele verzoek tot zekerheidstelling afgewezen.
3.2.2
Sypesteyn, SCPD en Crescendo hebben hoger beroep ingesteld tegen laatstgenoemd vonnis. De curator heeft ook in hoger beroep een incidenteel verzoek ingediend tot zekerheidstelling voor de proceskosten door Sypesteyn.
Bij arrest in het incident van 16 juni 2015 heeft het hof, samengevat, Sypesteyn bevolen zekerheid te stellen ter zake van de proceskosten in hoger beroep en bepaald dat de zekerheid gesteld moet zijn uiterlijk op 22 juni 2015 te 17.00 uur, op straffe van niet-ontvankelijkheid van Sypesteyn in de hoofdzaak.
3.3.1
Sypesteyn heeft cassatieberoep ingesteld tegen het arrest van het hof van 16 juni 2015.
De curator heeft ook in de onderhavige cassatieprocedure een incidenteel verzoek ingediend strekkende tot de veroordeling van Sypesteyn om zekerheid te stellen voor de proceskosten van het geding in cassatie. Hij heeft daaraan ten grondslag gelegd dat Sypesteyn is gevestigd in Dubai, Verenigde Arabische Emiraten, dat deze geen partij zijn bij het Haags Rechtsvorderingsverdrag 1954, en dat tegen Sypesteyn in Nederland geen verhaal mogelijk is voor de proceskosten.
Sypesteyn heeft als verweer tegen het incidentele verzoek onder meer aangevoerd dat zij statutair gevestigd is in Amsterdam.
3.3.2
In het onderhavige geding is tussen partijen niet in geschil dat Sypesteyn statutair gevestigd is in Amsterdam. Dit brengt mee dat Sypesteyn, gezien art. 1:10 lid 2 BW, woonplaats heeft in Nederland, zodat er reeds daarom geen grond is voor een bevel tot zekerheidstelling voor de proceskosten op de voet van art. 224 lid 1 in verbinding met art. 414 lid 1 Rv. Het incidentele verzoek moet derhalve worden afgewezen.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
wijst af het incidentele verzoek tot veroordeling van Sypesteyn om zekerheid te stellen voor de proceskosten van het geding in cassatie;
verwijst de zaak naar de rol van 20 november 2015 voor voortprocederen.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, M.V. Polak en V. van den Brink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
6 november 2015.