In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 november 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure waarin de curator, Pieter Rudolf Dekker, een incidenteel verzoek heeft ingediend tot zekerheidstelling voor de proceskosten in cassatie tegen Sypesteyn Holding B.V. De curator is aangesteld in het faillissement van Rondenborch Residential B.V. en heeft het verzoek ingediend omdat Sypesteyn gevestigd is in Dubai, wat complicaties met zich meebrengt voor het verhalen van proceskosten. Sypesteyn heeft verzocht om niet-ontvankelijkheid van de curator in zijn verzoek, met als argument dat zij statutair gevestigd is in Amsterdam, en dus woonplaats heeft in Nederland.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er geen grond is voor het bevel tot zekerheidstelling voor de proceskosten, omdat Sypesteyn statutair gevestigd is in Amsterdam. Dit betekent dat de curator geen recht heeft op zekerheidstelling op basis van de relevante artikelen in het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De Hoge Raad heeft het incidentele verzoek van de curator afgewezen en de zaak verwezen naar de rol van 20 november 2015 voor verdere procedure.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de vestigingsplaats van rechtspersonen in faillissementsprocedures en de mogelijkheden voor het verhalen van proceskosten. De beslissing van de Hoge Raad biedt duidelijkheid over de juridische positie van Sypesteyn in deze context.