Uitspraak
wonende te Rosmalen, gemeente ’s-Hertogenbosch,
alle gevestigd te Dubai,
Verenigde Arabische Emiraten,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het incidentele verzoek
4.Beslissing
6 november 2015.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 november 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure waarin de curator, Pieter Rudolf Dekker, een incidenteel verzoek heeft ingediend tot zekerheidstelling voor proceskosten in cassatie. Dit verzoek was gericht tegen Sypesteyn Holding B.V., SCPD Holding B.V. en Crescendo Investment Group III B.V., die alle gevestigd zijn in Dubai, Verenigde Arabische Emiraten. De curator stelde dat Sypesteyn, die als bestuurder en aandeelhouder van de failliete vennootschappen fungeert, niet in Nederland verhaal kan bieden voor de proceskosten, omdat hij op een postadres in Dubai staat ingeschreven en niet onder het Haags Rechtsvorderingsverdrag valt.
De Hoge Raad heeft de feiten van de zaak samengevat en verwezen naar eerdere vonnissen en arresten die relevant zijn voor de beoordeling. De rechtbank had eerder het verzoek van de curator tot zekerheidstelling afgewezen, maar het gerechtshof had Sypesteyn bevolen om zekerheid te stellen voor de proceskosten in hoger beroep. Sypesteyn had echter niet voldaan aan deze verplichting, wat leidde tot zijn niet-ontvankelijkheid in het hoger beroep.
In de cassatieprocedure heeft de Hoge Raad geoordeeld dat Sypesteyn statutair gevestigd is in Amsterdam, wat betekent dat hij woonplaats heeft in Nederland volgens het Burgerlijk Wetboek. Dit leidde tot de conclusie dat er geen grond was voor het bevel tot zekerheidstelling voor de proceskosten. De Hoge Raad heeft het incidentele verzoek van de curator afgewezen en de zaak verwezen naar de rol voor verdere procedure op 20 november 2015.