ECLI:NL:HR:2015:3352

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 november 2015
Publicatiedatum
24 november 2015
Zaaknummer
15/02099
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • A.J.A. van Dorst
  • J.P. Balkema
  • J.W. Ilsink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een vonnis wegens persoonsverwisseling in strafzaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 november 2015 uitspraak gedaan op een aanvraag tot herziening van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank Haarlem. De aanvraagster, geboren in 1988, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De aanvraag tot herziening is ingediend door haar advocaat, mr. T. Bissessur, en berust op de stelling dat er sprake is van een persoonsverwisseling. De aanvraagster stelt dat haar halfzus degene is geweest die met een vervalst paspoort op haar naam naar Nederland is gereisd en op Schiphol is aangehouden voor drugsmisdrijven.

De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd dat de aanvraag gegrond is en dat de zaak moet worden verwezen naar een gerechtshof voor herbehandeling. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er inderdaad sprake is van een gegeven dat niet bekend was tijdens de eerdere rechtszitting, wat het ernstige vermoeden wekt dat de Politierechter, indien dit gegeven bekend was geweest, tot een vrijspraak van de aanvraagster zou zijn gekomen.

De Hoge Raad heeft de aanvraag tot herziening gegrond verklaard, de tenuitvoerlegging van het eerdere vonnis geschorst en de zaak verwezen naar het Gerechtshof Amsterdam voor een nieuwe behandeling. Deze uitspraak benadrukt het belang van een eerlijk proces en de mogelijkheid tot herziening in gevallen van nieuwe, relevante informatie die de uitkomst van een rechtszaak kan beïnvloeden.

Uitspraak

24 november 2015
Strafkamer
nr. S 15/02099 H
KD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvraag tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van de Politierechter in de Rechtbank Haarlem van 2 juli 2010, nummer 15/800432-10, ingediend door mr. T. Bissessur, advocaat te Zoetermeer, namens:
[aanvraagster], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988.

1.De uitspraak waarvan herziening is gevraagd

De Politierechter heeft de aanvraagster ter zake van "Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod" veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden.

2.De aanvraag tot herziening

2.1.
De aanvraag tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2.2.
De aanvraag berust op de stelling dat sprake is van een gegeven als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder c, Sv. In de aanvraag wordt daartoe aangevoerd dat niet de aanvraagster maar haar halfzus [betrokkene] degene is geweest die met een vervalst paspoort op naam van de aanvraagster in 2010 naar Nederland is gereisd en op Schiphol is aangehouden voor het in het bezit hebben van drugs.

3.De conclusie van de Advocaat-Generaal

De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de aanvraag gegrond zal verklaren, en de zaak zal verwijzen naar een gerechtshof, opdat de zaak zal worden berecht en afgedaan op de wijze als in art. 472, tweede lid, Sv is voorzien.

4.Beoordeling van de aanvraag

4.1.
Als grondslag voor een herziening kan, voor zover hier van belang, krachtens het eerste lid aanhef en onder c van art. 457 Sv slechts dienen een door bescheiden gestaafd gegeven dat bij het onderzoek op de terechtzitting aan de rechter niet bekend was en dat het ernstige vermoeden wekt dat indien dit gegeven bekend zou zijn geweest, het onderzoek van de zaak zou hebben geleid hetzij tot een vrijspraak van de gewezen verdachte, hetzij tot een ontslag van alle rechtsvervolging, hetzij tot de niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie, hetzij tot de toepassing van een minder zware strafbepaling.
4.2.
Hetgeen door de Advocaat-Generaal in zijn conclusie is vermeld, geeft steun aan de stelling waarop de aanvraag berust, te weten dat in de zaak die heeft geleid tot de uitspraak waarvan herziening is gevraagd sprake is geweest van een persoonsverwisseling.
4.3.
Een en ander levert het ernstig vermoeden op dat de Politierechter, ware deze hiermee bekend geweest, de aanvraagster van het haar tenlastegelegde zou hebben vrijgesproken.

5.Slotsom

Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat hier sprake is van een gegeven als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder c, Sv, zodat de aanvraag gegrond is en als volgt moet worden beslist.

6.Beslissing

De Hoge Raad:
verklaart de aanvraag tot herziening gegrond;
beveelt voor zover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van voormeld vonnis van de Politierechter;
verwijst de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak op de voet van art. 472, tweede lid, Sv opnieuw zal worden berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
24 november 2015.
Mr. Balkema en mr. Ilsink zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.