ECLI:NL:HR:2015:351

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 februari 2015
Publicatiedatum
17 februari 2015
Zaaknummer
14/04701
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • A.J.A. van Dorst
  • J.P. Balkema
  • J.W. Ilsink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een vonnis wegens persoonsverwisseling

Op 17 februari 2015 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een herzieningszaak met nummer 14/04701. De aanvraag tot herziening was ingediend door de aanvrager, geboren in 1975, die eerder door de Politierechter in de Rechtbank Amsterdam op 17 maart 2006 was veroordeeld tot een werkstraf van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis, wegens het handelen in strijd met de Wet wapens en munitie. De aanvraag tot herziening berustte op de stelling dat er sprake was van een persoonsverwisseling, hetgeen een gegeven is als bedoeld in artikel 457, eerste lid aanhef en onder c van het Wetboek van Strafvordering.

De Advocaat-Generaal P.C. Vegter concludeerde dat de aanvraag gegrond verklaard moest worden en dat de zaak verwezen diende te worden naar het Gerechtshof Amsterdam voor hernieuwde berechting. De Hoge Raad oordeelde dat er voldoende steun was voor de stelling van de aanvrager dat de Politierechter, indien hij op de hoogte was geweest van de persoonsverwisseling, tot een vrijspraak zou zijn gekomen.

De Hoge Raad verklaarde de aanvraag tot herziening gegrond, schorste de tenuitvoerlegging van het eerdere vonnis en verwees de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam, zodat deze opnieuw op de voet van artikel 472, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering kon worden berecht en afgedaan. Deze uitspraak benadrukt het belang van nieuwe feiten in het herzieningsrecht en de mogelijkheid om eerdere vonnissen te herzien op basis van nieuwe informatie die de uitkomst van de zaak had kunnen beïnvloeden.

Uitspraak

17 februari 2015
Strafkamer
nr. 14/04701 H
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvraag tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van de Politierechter in de Rechtbank Amsterdam van 17 maart 2006, nummer 13/447382-05, ingediend door mr. H. Seton, advocaat te Amersfoort, namens:
[aanvrager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975.

1.De uitspraak waarvan herziening is gevraagd

De Politierechter heeft de aanvrager bij vonnis van 17 maart 2006 ter zake van "Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie III" en "Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie" veroordeeld tot een werkstraf van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis.

2.De aanvraag tot herziening

2.1.
De aanvraag tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2.2.
De aanvraag berust op de stelling dat sprake is van een gegeven als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder c, Sv. In de aanvraag wordt daartoe aangevoerd dat sprake is van een persoonsverwisseling.

3.De conclusie van de Advocaat-Generaal

De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de aanvraag gegrond zal verklaren en de zaak zal verwijzen naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak op de voet van art. 472, tweede lid, Sv opnieuw zal worden berecht en afgedaan.

4.Beoordeling van de aanvraag

4.1.
Als grondslag voor een herziening kan, voor zover hier van belang, krachtens het eerste lid aanhef en onder c van art. 457 Sv slechts dienen een door bescheiden gestaafd gegeven dat bij het onderzoek op de terechtzitting aan de rechter niet bekend was en dat het ernstige vermoeden wekt dat indien dit gegeven bekend zou zijn geweest, het onderzoek van de zaak zou hebben geleid hetzij tot een vrijspraak van de gewezen verdachte, hetzij tot een ontslag van alle rechtsvervolging, hetzij tot de niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie, hetzij tot de toepassing van een minder zware strafbepaling.
4.2.
Hetgeen door de Advocaat-Generaal in zijn conclusie is vermeld, geeft steun aan de stelling waarop de aanvraag berust, te weten dat in de zaak die heeft geleid tot de uitspraak waarvan herziening is gevraagd sprake is geweest van een persoonsverwisseling.
4.3.
Een en ander levert het ernstig vermoeden op dat de Politierechter, ware deze hiermee bekend geweest, de aanvrager van het hem tenlastegelegde zou hebben vrijgesproken.

5.Slotsom

Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat hier sprake is van een gegeven als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder c, Sv, zodat de aanvraag gegrond is en als volgt moet worden beslist.

6.Beslissing

De Hoge Raad:
verklaart de aanvraag tot herziening gegrond;
beveelt voor zover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van voormeld vonnis van de Politierechter;
verwijst de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak op de voet van art. 472, tweede lid, Sv opnieuw zal worden berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
17 februari 2015.
Mr. Balkema en mr. Ilsink zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.