ECLI:NL:HR:2015:53

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 januari 2015
Publicatiedatum
13 januari 2015
Zaaknummer
13/02146
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afstand van het aanwezigheidsrecht in strafzaken en de beoordeling van detentieomstandigheden

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 januari 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in 1967, had beroep in cassatie ingesteld tegen een bij verstek gewezen arrest van het Hof, dat op 3 maart 2009 was uitgesproken. De advocaat van de verdachte, mr. M.R. Mantz, had een middel van cassatie voorgesteld, dat zich richtte tegen de beslissing van het Hof om de verdachte buiten zijn aanwezigheid te berechten. De Advocaat-Generaal A.J. Machielse concludeerde tot verwerping van het beroep, en de raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het oordeel van het Hof, dat de verdachte kennelijk vrijwillig afstand had gedaan van zijn recht om in zijn tegenwoordigheid te worden berecht, niet onbegrijpelijk was. De Hoge Raad oordeelde dat er geen aanleiding bestond om het onderzoek opnieuw te schorsen. De niet-gemachtigde raadsman van de verdachte had geen aanhoudingsverzoek gedaan, en het Hof had op basis van de ontvangen informatie redelijkerwijs kunnen concluderen dat de verdachte zich niet in een strafrechtelijk relevante detentie bevond. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, waarmee het arrest van het Gerechtshof werd bekrachtigd.

Uitspraak

13 januari 2015
Strafkamer
nr. S 13/02146
IC/CB
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 3 maart 2009, nummer 22/003651-07, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1967.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. M.R. Mantz, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel klaagt dat het Hof de verdachte ten onrechte buiten zijn aanwezigheid heeft berecht.
2.2.
Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal kan het middel niet tot cassatie leiden.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren N. Jörg en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
13 januari 2015.