Uitspraak
beiden wonende te [woonplaats],
gevestigd te Burgh-Haamstede, gemeente Schouwen-Duiveland,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van de ontvankelijkheid
4.Beslissing
3 april 2015.
Hoge Raad
In deze zaak, die op 3 april 2015 door de Hoge Raad is behandeld, gaat het om een cassatieberoep ingesteld door eisers, [eiser 1] en [eiseres 2], tegen de vereniging van eigenaren van het Villapark Livingstone. De zaak betreft de uitleg van een overeenkomst en de beheerskosten van het vakantiepark. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken, waaronder een vonnis van de kantonrechter te Rotterdam en een arrest van het gerechtshof ’s-Gravenhage. De Procureur-Generaal heeft het standpunt ingenomen dat het cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard moet worden op basis van artikel 80a lid 1 RO, omdat eisers klaarblijkelijk onvoldoende belang hebben bij het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft dit standpunt gevolgd en geoordeeld dat de klachten van eisers geen behandeling in cassatie rechtvaardigen. Het beroep is dan ook niet-ontvankelijk verklaard, en eisers zijn in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de VvE op nihil zijn begroot. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot.