ECLI:NL:HR:2016:1056

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 juni 2016
Publicatiedatum
2 juni 2016
Zaaknummer
15/01250
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid Deken tot disciplinair onderzoek naar onbehoorlijke uitlatingen van advocaat en de inbreuk op vrijheid van meningsuiting

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 juni 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiser] tegen de Orde van Advocaten in het arrondissement Den Haag. De zaak betreft de bevoegdheid van de Deken om disciplinair onderzoek in te stellen naar onbehoorlijke uitlatingen van een advocaat. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling gekeken naar de wettelijke grondslagen, met name artikel 46 van de Advocatenwet, en de vraag of deze grondslag een inbreuk op de vrijheid van meningsuiting rechtvaardigt, zoals vastgelegd in artikel 7 van de Grondwet en artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de klachten die door [eiser] in cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit werd onderbouwd met verwijzing naar artikel 81 lid 1 van het Reglement op de Rechtsvordering (RO), dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De conclusie van de Advocaat-Generaal, F.F. Langemeijer, strekte tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd.

De Hoge Raad heeft het beroep van [eiser] verworpen en hem veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 848,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot.

Uitspraak

3 juni 2016
Eerste Kamer
15/01250
LZ/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. M.A.R. Schuckink Kool,
t e g e n
DE ORDE VAN ADVOCATEN IN HET ARRONDISSEMENT DEN HAAG,
zetelende te Den Haag,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. D.M. de Knijff.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en de Orde.

1.Het geding in feitelijke instantie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak C/09/441965 / KG ZA 13-474 van de voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag van 14 juni 2013;
b. de arresten in de zaak 200.130.647/01 van het gerechtshof Den Haag van 5 november 2013 en 6 januari 2015.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof van 6 januari 2015 heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Orde heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping ven het beroep.
De advocaat van [eiser] heeft bij brief van31 maart 2016 op die conclusie gereageerd. De Hoge Raad heeft deze brief terzijde gelegd, nu deze niet is beperkt tot een beknopte reactie op de conclusie en de omvang van de reactie niet wordt gerechtvaardigd door nieuwe elementen in de conclusie.

3.Beoordeling van de middelen

De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Orde begroot op € 848,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
3 juni 2016.