ECLI:NL:HR:2016:1222

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 juni 2016
Publicatiedatum
16 juni 2016
Zaaknummer
15/05324
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden inzake onroerendezaakbelastingen gemeente Dinkelland

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbenden tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gewezen op 13 oktober 2015. De zaak betreft de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Dinkelland voor het jaar 2013, specifiek met betrekking tot de onroerende zaken gelegen aan [a-straat 1] en [a-straat 2] te [Z]. De belanghebbenden hebben hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Overijssel, die hen in het ongelijk had gesteld in hun bezwaren tegen de beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken.

De Hoge Raad heeft op 17 juni 2016 uitspraak gedaan in deze cassatiezaak, geregistreerd onder nummer 15/05324. De klachten die door de belanghebbenden zijn aangevoerd, zijn door de Hoge Raad beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, waarbij de Hoge Raad concludeert dat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Daarnaast heeft de Hoge Raad geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing van de Hoge Raad is dat het beroep in cassatie ongegrond wordt verklaard, waarmee de uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is openbaar uitgesproken en ondertekend door de raadsheren die de uitspraak hebben gedaan.

Uitspraak

17 juni 2016
Nr. 15/05324
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X1] en [X2]te
[Z](hierna: belanghebbenden) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Arnhem-Leeuwardenvan 13 oktober 2015, nrs. 14/01138 en 14/01139, op het hoger beroep van belanghebbenden tegen een uitspraak van de Rechtbank Overijssel (nrs. AWB 13/2344 en 13/2345) betreffende de ten aanzien van belanghebbenden gegeven beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslagen in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Dinkelland voor het jaar 2013 betreffende de onroerende zaken [a-straat 1] en [a-straat 2] te [Z].

1.Geding in cassatie

Belanghebbenden hebben tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.

2.Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en J. Wortel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 17 juni 2016.