ECLI:NL:HR:2016:2063

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 september 2016
Publicatiedatum
13 september 2016
Zaaknummer
15/00361
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel met falende klacht over motivering

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 8 januari 2015, waarbij een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel is behandeld. De betrokkene, geboren in 1960, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het hof, waarbij hij was vrijgesproken van bepaalde feiten. De klacht die in cassatie is ingediend, betreft de motivering van de vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel (w.v.v.). De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 13 september 2016 geoordeeld dat het middel niet kan leiden tot cassatie. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), waarin wordt gesteld dat geen nadere motivering vereist is wanneer het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Advocaat-Generaal, F.W. Bleichrodt, had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad heeft dit advies gevolgd. Het arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren E.F. Faase en M.J. Borgers, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

13 september 2016
Strafkamer
nr. S 15/00361 P
ABG/DAZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 8 januari 2015, nummer 22/003579-11, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1960.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft R. Zilver, advocaat te Utrecht, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren E.F. Faase en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
13 september 2016.