Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een proces-verbaal van aangifte d.d. 2 oktober 2014 van de Politie Eenheid Den Haag met nr. PL1500-2014241327-1, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven (p. 6 e.v.):
als de op 2 oktober 2014 tegenover deze opsporingsambtenaar afgelegde verklaring van [betrokkene 1] :
Plaats delict : [a-straat] , Zoetermeer
Pleegdatum : 2 oktober 2014
Vandaag was ik als caissière werkzaam bij [A] . Ik zag een vrouw met een klein meisje. De vrouw droeg een grote schoudertas. Ze passeerde de kassa en liep in de richting van de uitgang. Ik vroeg haar of ik in haar tas mocht kijken en of zij het bonnetje kon laten zien. Ze duwde me naar buiten. Vervolgens werd het duwen en trekken. Ze gooide de tas naar me toe of liet hem los.
Ze begon toen tegen mij te schreeuwen. Ze zei: "HOER, KANKER ZWARTE, IK BEL MENSEN VOOR JE, IK WEET HOE JE ERUIT ZIET, IK WEET WAAR JE WERKT."
Ik voelde me hierdoor erg bedreigd.
2. Een proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 2 oktober 2014 van Politie Eenheid Den Haag met nr. PL1500-2014241327-5, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven (p. 14 e.v.):
als de op 2 oktober 2014 tegenover deze opsporingsambtenaar afgelegde verklaring van [betrokkene 2] :
Op 2 oktober 2014 was ik werkzaam bij [A] aan [de a-straat] te Zoetermeer.
[betrokkene 1] (het hof begrijpt: [betrokkene 1] ) sprak een vrouw aan bij de tassencontrole. Zij schold [betrokkene 1] uit voor hoer en kankerhoer.
Vervolgens zag ik dat ze wegrende in de richting van de Westerschelde. Ik rende richting de wijkpost. Daar werden we aangesproken door een passant die zei dat er om het hoekje een vrouw met een kind zat op de grond. Ik zag dat het de vrouw was. Ik hoorde dat ze naar mij riep dat mijn collega, [betrokkene 1] , een vieze, zwarte, asociale hoer is. Ik hoorde ook dat de verdachte zei dat ze mensen had gebeld die [betrokkene 1] zouden pakken.
3. De verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep:
Op 2 oktober 2014 ben ik in [A] aan [de a-straat] te Zoetermeer geweest. Toen ik [A] verliet kwam er een medewerker naar buiten rennen."