Deze bewezenverklaring steunt op de bewijsvoering die is weergegeven in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 6 en 7. Daarvan zijn in het bijzonder de volgende bewijsmiddelen van belang:
"1. Het ambtsedig proces-verbaal van de politie Rotterdam-Rijnmond, nummer PL1710-2013361935-4, opgemaakt en op 22 november 2013 ondertekend door de opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] voor zover inhoudende als de op 22 november 2013 tegenover de verbalisanten afgelegde verklaring van de getuige [getuige 1] :
Op 22 november 2013 wilde ik cocaïne kopen en heb toen mijn drugsdealer ‘Snor’ gebeld. Het telefoonnummer van Snor is 06- [001] . Snor is een Marokkaanse man van ongeveer 40 jaar oud met een normaal postuur. Vervolgens hebben we afgesproken op de Hoofdweg te Nieuwerkerk. Dit was de plek waar ik later door de politie ben aangehouden. Snor arriveerde samen met een persoon die ik ken als [betrokkene 1] in een kleine zwarte auto. Snor was de bestuurder en [betrokkene 1] was de bijrijder. [betrokkene 1] is een Marokkaanse man met krulletjes. Ik denk dat [betrokkene 1] ongeveer tussen de 30 en 35 jaar oud is. Ik heb van [betrokkene 1] en Snor twee gram cocaïne gekocht en heb daarvoor € 80,00 betaald.
Ik heb de telefoonnummers van Snor en [betrokkene 1] een halfjaar in mijn telefoon staan. Ik koop nu dus ongeveer een halfjaar twee maal per week een gram cocaïne van Snor en [betrokkene 1] .
U toont mij een politiefoto welke is voorzien van het fotonummer PL1710:10:01408 ik herken de persoon op de door u getoonde politiefoto als [betrokkene 1] . [betrokkene 1] is de persoon van wie ik op 22 november 2013 cocaïne heb gekocht en waar ik al een half jaar cocaïne van koop. [betrokkene 1] had de drugs gewoon in zijn handen.
2. Het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen van de politie Rotterdam-Rijnmond, nummer PL1710-2013361935-8, opgemaakt en op 22 november 2013 ondertekend door de opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] voor zover inhoudende:
De politiefoto van [verdachte] staat vermeld onder het fotonummer: PL1710:10:01408.
3. Het ambtsedig proces-verbaal van de politie Rotterdam-Rijnmond, nummer PL1710-2013367108-4, opgemaakt en op 26 november 2013 ondertekend door de opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 4] voor zover inhoudende als de op 26 november 2013 tegenover de verbalisanten afgelegde verklaring van de getuige [getuige 2] :
Ik heb gebeld met mijn dealer om drugs te kopen.
Mijn dealer is van Marokkaanse afkomst, ongeveer 25 à 30 jaar oud, heeft kort zwart haar, een normaal postuur, een licht stoppelbaardje en is ongeveer tussen de 1.70 m à 1.75 m lang.
Ik wilde vier zakjes wit (cocaïne) en twee zakjes bruin (heroïne) kopen. De dealer wachtte in een kleine zwarte auto op me voor de deur van mijn moeder. Volgens mij was het een Opel. Vervolgens ben ik bij hem ingestapt als bijrijder. We hebben een rondje gereden en toen ben ik weer afgezet in de straat. In de auto heb ik vier zakjes wit (cocaïne) en twee zakjes bruin (heroïne) van hem gekocht, waarna ik de drugs in mijn rechter sok heb gestopt. De drugsdealer had de drugs in zijn hand. Ik denk dat ik in totaal vier keer drugs heb gekocht bij deze dealer in twee weken tijd.
U toont mij een politiefoto welke is voorzien van het fotonummer PL1710:10:01408 de persoon op de door u getoonde politiefoto herken ik als mijn dealer [betrokkene 1] .
4. Het ambtsedig proces-verbaal van de politie Rotterdam-Rijnmond, nummer PL1710-2013361935-6, opgemaakt en op 23 november 2013 ondertekend door de opsporingsambtenaren [verbalisant 5] , [verbalisant 6] , [verbalisant 4] , [verbalisant 1] , [verbalisant 2] , [verbalisant 3] en [verbalisant 7] voor zover inhoudende bevindingen van de verbalisanten [verbalisant 5] , [verbalisant 6] , [verbalisant 4] , [verbalisant 1] , [verbalisant 2] , [verbalisant 3] en [verbalisant 7] :
Op 22 november waren wij, verbalisanten [verbalisant 6] , [verbalisant 4] , [verbalisant 1] , [verbalisant 3] , [verbalisant 2] , [verbalisant 7] en [verbalisant 5] in burger gekleed en niet als politieambtenaar herkenbaar in de omgeving van Rotterdam Zuid. Wij verbalisanten waren belast met de bestrijding van criminaliteit en overlast welke ontstaan door de handel en-/of het gebruik van verdovende middelen zijnde harddrugs.
Wij, verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 6] , zagen op de Polderlaan te Rotterdam een personenauto van het fabrieksmerk Opel, type Corsa, kleur blauw, voorzien van een Nederlandse kentekenplaat gekentekend [AA-00-BB] rijden. Door de politie-informatiesystemen te monitoren is het ons ambtshalve bekend dat de genoemde Opel veelal gebruikt wordt door de volgende personen, te weten:
[verdachte] , geboren [geboortedatum] 1986 te [geboorteplaats] , zonder vaste woon of verblijfplaats en
[betrokkene 2] , geboren te [geboorteplaats] woonachtig aan de [a-straat 1] te [woonplaats] . Wij hebben de genoemde Opel vervolgens via diverse doorgaande wegen gevolgd.
Ik, verbalisant [verbalisant 3] , zag dat de genoemde Opel tot stilstand kwam in een woonwijk. Vervolgens zag ik [verdachte] uitstappen en enkele handelingen verrichten ter hoogte van de achterbank van het genoemde voertuig, waarna hij weer plaatsnam op de bijrijdersstoel. Op een gegeven moment zag ik dat een man met de uiterlijke kenmerken van een harddrugsverslaafde aan kwam lopen en aan de bijrijderskant van de genoemde Opel stil bleef staan. Deze man bleek ons later te zijn genaamd: [getuige 1] , geboren [geboortedatum] 1965, woonachtig aan de [b-straat 1] te [woonplaats] . Ik had het vermoeden dat er verdovende middelen waren verhandeld. Ik, verbalisant [verbalisant 5] , vorderde [getuige 1] op grond van de Opiumwet uitlevering van verdovende middelen. Wij hoorden dat [getuige 1] zei dat hij de cocaïne in zijn jaszak had. Wij troffen in de jaszak van [getuige 1] twee doorzichtige gripzakjes met daarop kleine groenkleurige Dollar tekens aan met daarin een witte substantie vermoedelijk cocaïne.
(...)
8. Het ambtsedig proces-verbaal van de politie Rotterdam-Rijnmond, nummer PL1710-2013367108-6, opgemaakt en op 26 november 2013 ondertekend door de opsporingsambtenaren [verbalisant 5] , [verbalisant 6] , [verbalisant 8] , [verbalisant 1] , [verbalisant 2] , en [verbalisant 3] voor zover inhoudende bevindingen van de verbalisanten [verbalisant 5] , [verbalisant 6] , [verbalisant 8] , [verbalisant 1] , [verbalisant 2] en [verbalisant 3] :
Wij, verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 1] , zagen dat een blanke man aan de bijrijderszijde van de Opel instapte. Vervolgens zagen wij dat de genoemde Opel vanaf de Tweebosstraat de Riebeekstraat in reed. Wij hadden het vermoeden dat er verdovende middelen waren verhandeld in de genoemde Opel. De man die uit de genoemde Opel stapte bleek ons later te zijn genaamd: [getuige 2] , geboren op [geboortedatum] 1967 te [geboorteplaats] , woonachtig aan de [a-straat 2] , [woonplaats] . Wij zagen dat de genoemde Opel met als bestuurder [verdachte] wegreed in de richting van de Hilledijk te Rotterdam. Ik, verbalisant [verbalisant 8] , vorderde [getuige 2] op grond van de Opiumwet uitlevering van de verdovende middelen. Ik, verbalisant [verbalisant 8] , hoorde dat [getuige 2] zei dat hij de drugs in zijn sok had gestopt. Ik, verbalisant [verbalisant 8] , keek in de sok en trof daar in totaal vijf gripzakjes aan. Ik zag dat de gripzakjes kleine doorzichtige zakjes betroffen met daarop groene Dollartekens afgebeeld. Ik, verbalisant [verbalisant 8] , zag dat er in drie gripzakjes een witte substantie zat en in twee gripzakjes een bruine substantie.
(...)
14. Het ambtsedig proces-verbaal van de politie Rotterdam-Rijnmond, nummer PL1710-2013363240-4, opgemaakt en op 24 november 2013 ondertekend door de opsporingsambtenaren [verbalisant 5] , [verbalisant 6] , [verbalisant 4] , [verbalisant 3] en [verbalisant 7] voor zover inhoudende bevindingen van de verbalisanten [verbalisant 5] , [verbalisant 6] , [verbalisant 4] , [verbalisant 3] en [verbalisant 7] :
Op 23 november 2013 waren wij, verbalisanten [verbalisant 6] , [verbalisant 4] , [verbalisant 3] , [verbalisant 7] en [verbalisant 5] in burger gekleed en niet als politieambtenaar herkenbaar in de omgeving van Rotterdam Zuid. Op een gegeven moment zagen wij dat NN1 vermoedelijk [betrokkene 2] uit de Opel stapte en dat [verdachte] als bestuurder achter het stuur bleef zitten. Ik, verbalisant [verbalisant 3] , zag dat NN1 richting het portieknummer 116 op de Pleinweg liep en in de portiekopening van pand 116 bleef staan. In de portiekopening stond een persoon genaamd [betrokkene 3] geboren op [geboortedatum] 1959 te [geboorteplaats] . Ik had het vermoeden dat er verdovende middelen waren verkocht door NN1 aan [betrokkene 3] in het portiek. Ik, verbalisant [verbalisant 5] , zag dat [betrokkene 3] een achterwaartse beweging maakte met zijn rechterarm. Ik, verbalisant [verbalisant 5] , had meteen het vermoeden dat [betrokkene 3] voordat ik mij kenbaar maakte als politieagent verdovende middelen had weggegooid. Ik, verbalisant [verbalisant 6] , heb op verzoek van verbalisant [verbalisant 5] een onderzoek ingesteld naar verdovende middelen in de directe omgeving van [betrokkene 3] . Ik zag op de grond vlakbij de locatie waar [betrokkene 3] was aangehouden drie gripzakjes liggen met daarin witte brokjes, vermoedelijk cocaïne en een bruin brokje vermoedelijk heroïne. Ik zag op de gripzakjes het logo van een Dollarteken.
(...)
17. Het ambtsedig proces-verbaal van de politie Rotterdam-Rijnmond, nummer PL1710- 2013361935-12, opgemaakt en op 4 januari 2014 ondertekend door de opsporingsambtenaar [verbalisant 1] voor zover inhoudende bevindingen van de verbalisant [verbalisant 1] :
Na de aanhouding van [betrokkene 3] en onderzoek in zijn telefoon bleek dat [betrokkene 3] gebeld had naar het nummer 06- [001] . Dit betrof hetzelfde telefoonnummer als welke [getuige 1] een dag eerder had gebeld om zijn drugsbestelling te doen bij Snor."