Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
3. Beslissing
11 oktober 2016.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 18 december 2014 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, die was veroordeeld tot 15 jaren gevangenisstraf wegens doodslag en medeplegen van verboden wapen- en munitiebezit. De feiten van de zaak zijn als volgt: op 17 mei 2012 vond er een dodelijk voorval plaats op de camping De Breijenburg te Ledeacker, waarbij de eigenaar om het leven kwam. De verdachte heeft tegen deze veroordeling cassatie ingesteld, maar de Hoge Raad heeft geoordeeld dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen. De Hoge Raad concludeert dat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld, klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep, dan wel dat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden. Daarom verklaart de Hoge Raad het beroep niet-ontvankelijk, op basis van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie, en gehoord de Procureur-Generaal. Deze uitspraak is gedaan op 11 oktober 2016.