ECLI:NL:HR:2016:2590

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 november 2016
Publicatiedatum
15 november 2016
Zaaknummer
15/01970
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van eerdere uitspraak in hypotheekfraudezaak met betrekking tot valsheid in geschrift en afwijzing getuigenverzoek

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 november 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte was beschuldigd van hypotheekfraude en valsheid in geschrift, waarbij hij valse werkgeversverklaringen en salarisspecificaties had opgemaakt om hypothecaire leningen te verkrijgen. De Hoge Raad oordeelde dat de beslissingen van het hof om getuigenverzoeken af te wijzen niet voldoende gemotiveerd waren, waardoor de afwijzing niet begrijpelijk was. Dit leidde tot de vernietiging van de eerdere uitspraak en terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof voor herbehandeling. De Hoge Raad concludeerde dat de bewijsvoering met betrekking tot het opzet van de verdachte niet zonder meer kon worden afgeleid uit de gebezigde bewijsvoering, wat ook een reden was voor de vernietiging. De zaak heeft betrekking op meerdere feiten van valsheid in geschrift en het verkrijgen van hypothecaire leningen door middel van misleiding. De Hoge Raad heeft de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor een nieuwe behandeling van het hoger beroep.

Uitspraak

15 november 2016
Strafkamer
nr. S 15/01970
DAZ/CB
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 22 april 2015, nummer 21/006006-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1946.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J. Kuijper, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De middelen 1 en 2 zijn schriftelijk toegelicht.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, met uitzondering van de beslissing ten aanzien van feit 2, en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden teneinde in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het eerste middel

2.1.
Het middel klaagt onder meer over de beslissingen tot afwijzing van de op de terechtzittingen in hoger beroep van 3 juli 2014 en 8 april 2015 door de verdediging gedane verzoeken tot het horen van [betrokkene 1] als getuige.
2.2.
Ten laste van de verdachte is - voor zover voor de beoordeling van het middel van belang - bewezenverklaard dat:
"1 (...):
hij op tijdstippen in de periode van 10 april 2008 tot en met 07 april 2009, in Nederland, meermalen, telkens opzettelijk
- een werkgeversverklaring van [A] BV, betreffende [betrokkene 1] en
- een werkgeversverklaring van [A] BV, betreffende [betrokkene 1] , gedateerd 20-04-2009, en
- een salarisspecificatie van [A] BV, bestemd voor [betrokkene 1] , gedateerd 30-04-2008, en
- een salarisspecificatie van [A] BV, bestemd voor [betrokkene 1] , gedateerd 31-03-2009
- elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - telkens valselijk heeft opgemaakt telkens met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, hebbende dat valselijk opmaken telkens hierin bestaat dat
- genoemd persoon niet werkzaam was bij en/of voor [A] BV en
- genoemd persoon over de in de salarisspecificatie genoemde periode geen werkelijk salaris heeft genoten en/of ontvangen van [A] BV;
(...)
4:
hij op tijdstippen in de periode van 17 augustus 2007 tot en met 07 mei 2009, in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer rechtsperso(o)n(en) en/of een of meer natuurlijke perso(o)n(en), meermalen,
telkens met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen telkens door een of meer listige kunstgrepen,
de Internationale Nederland Groep NV en/of ING-bank N.V. en/of de Postbank heeft bewogen tot het verstrekken van een hypothecaire geldleningen
- euro 153.065,= en
- euro 101.250,= en
- euro 354.000,= en
- euro 276.500,= en
- euro 270.869,= en
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk in strijd met de waarheid, een valse werkgeversverklaringen en een valse salarisspecificaties ingediend en/of hebben doen indienen, al dan niet door een tussenpersoon, bij een of meer van genoemde bank(en) ter verkrijging van een hypotheek op naam van een ander dan verdachte, waardoor die banken werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
5:
hij op tijdstippen in de periode 01 april 2008 tot en met 07 mei 2009, in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer rechtsperso(o)n(en) en/of een of meer natuurlijke perso(o)n(en), meermalen, telkens met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen telkens door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] , heeft bewogen tot het aangaan van een of meer schuld(en), hebbende verdachte en zijn mededader(s) toen aldaar telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of in strijd met de waarheid, genoemde personen voorgehouden
- dat de hypotheeklasten betaald zouden worden indien betrokkene dat niet meer kon, en/of
- dat het pand na verbouwing met winst zou worden verkocht, en/of
- dat voor huurders gezorgd zou worden, en/of
- dat er een verbouwing zou plaatsvinden, en/of
- dat alles geregeld zou worden, en/of
- dat de verkoop geregeld zou worden
althans woorden van gelijke aard of strekking, waardoor genoemd(e) perso(o)n(en) werden bewogen tot het aangaan van een of meer hypothecaire schuld(en)."
2.3.
Bij de aan de Hoge Raad op de voet van art. 434, eerste lid, Sv gezonden stukken bevinden zich:
- een appelschriftuur van 25 juni 2013, onder meer inhoudende:
"7. Op de voet van artikel 410 lid 3 Sv verzoekt appellant voor de terechtzitting in hoger beroep, althans bij voorkeur door de rechter commissaris de volgende getuigen op te roepen, opdat zij aldaar kunnen worden gehoord:
(...)
ii. [betrokkene 1] , Malta,
(...)
8. Ter toelichting op deze verzoeken merkt appellant nog het volgende op, de getuigen-deskundigen wenst de verdediging te horen om de navolgende redenen: het gaat niet om nietsvermoedende slachtoffers, de kopers wisten precies waaraan ze begonnen en hebben allen zelf veel werk verricht aan de verbouwingen, c.q. waren zich zeer wel bewust van de wijze waarop een en ander gestalte zou worden gegeven. Ook dienen de zogenaamde slachtoffers te worden bevraagd over hun beweerdelijk deplorabele financiële toestand. De makelaars moeten ook ondervraagd worden over hun verklaringen en taxaties."
- een aan het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 3 juli 2014 gehechte pleitnota, onder meer inhoudende:
"2. Op de voet van artikel 410 lid 3 Sv handhaaft appellant zijn verzoek de volgende getuigen op te roepen, opdat zij aldaar kunnen worden gehoord:
(...)
ii. [betrokkene 1] , Malta,
(...)
3. Ter toelichting op deze verzoeken merkt appellant in het algemeen nog het volgende op: alle verdachten/getuigen hebben tegen appellant verklaard en dat zeer eenzijdig en belastend, het heeft er de schijn van, dat de verklaringen opzettelijk extra zijn aangezet, al dan niet op aangeven van de verhoorders, kennelijk omdat het "op TV was geweest", daarover wenst appellant alle getuigen onder meer te bevragen. Appellant wil alle verdachten/getuigen bevragen over eventuele afspraken over niet vervolging in ruil voor een appellant belastende verklaring. Per getuige is nog het volgende aan bijzonderheden te vragen, waarbij geldt, dat de verklaringen van de getuigen vanzelfsprekend nog vragen kunnen oproepen.
(...)
ii. [betrokkene 1] , woont kennelijk nog steeds op Malta, geen bezwaar tegen verhoor door een rogatoire commissie; 1422 ev pv: waarom moeder bij verhoor? Beïnvloeding? Hij is in augustus 2009 aldaar begonnen met werken en niet zoals hij op blz 1423 stelt al in mei 2009. Waarom heeft hij ingestemd met de koop van twee appartementen? Over het telefoongesprak dat hij met [betrokkene 4] heeft gevoerd, zie blzz 1710 van het pv. Waarom bij notarissen handtekeningen zetten, waarom heeft hij gevaagd om de loonstroken, wat was nu zijn eigen verklaring voor de terugbetaling (blz 1425). Waarom een aparte bankrekening geopend voor de hypotheek, dat wijst op een bewust plan; precieze periode huurontvangsten ivm beweerdelijk verblijf op Malta; Over zijn werk voor [A] wenst appellant deze getuige ook nog te bevragen.
- een tussenarrest van 17 juli 2014, onder meer inhoudende:
"De raadsman heeft tijdig bij appelschriftuur nadere onderzoekswensen geformuleerd.
Ter terechtzitting is door de raadsman van verdachte verzocht om in hoger beroep als getuigen te horen: (...) [betrokkene 1] (...). Ter toelichting op het verzoek heeft de raadsman - kort gezegd - aangevoerd dat er zeer eenzijdig en belastend door de getuigen is verklaard en dat het er alle schijn van heeft, al dan niet op aangeven van de verhoorders, dat de afgelegde verklaringen opzettelijk extra zijn aangezet kennelijk omdat deze zaak op de televisie is geweest. Daarnaast wil de raadsman de getuigen bevragen over eventuele afspraken over niet vervolging in ruil voor verdachte belastende verklaringen.
(...)
Het hof overweegt het navolgende:
- Met betrekking tot de toelichting die de raadsman heeft gegeven is het hof op geen enkele wijze duidelijk geworden om welke getuigen het gaat met betrekking tot eventuele afspraken over niet vervolging in ruil voor belastende verklaringen. Hetzelfde geldt voor de getuigen die naar aanleiding van de televisie uitzending hebben verklaard. Het hof zal het verzoek in zoverre afwijzen, waarbij het hof opmerkt dat de nader toe te wijzen getuigen bij gelegenheid van hun verhoor daarover kunnen worden bevraagd.
(...)
- Het verzoek om (...) [betrokkene 1] en (...) als getuigen te doen horen wordt afgewezen. Uit de thans gegeven summiere onderbouwing is het hof geen feiten en omstandigheden gebleken op grond waarvan deze getuigen gehoord zouden moeten worden, mede gezien in het licht van de vijf hierboven toegewezen getuigen. Het hof acht de verdediging door het niet horen van deze getuigen niet geschaad in haar belangen."
- een aan het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 8 april 2015 gehechte pleitnota, onder meer inhoudende:
"11. [verdachte] handhaaft zijn verzoek de bij schriftuur ex 410 Sv van 25 juni 2013, verzochte getuigen:
(...)
ii. [betrokkene 1] , Malta,
(...)
12. Ter toelichting op deze verzoeken merkt appellant in het algemeen nog het volgende op: alle verdachten/getuigen hebben tegen appellant verklaard en dat zeer eenzijdig en belastend, het heeft er de schijn van, dat de verklaringen opzettelijk extra zijn aangezet, al dan niet op aangeven van de verhoorders, kennelijk omdat het "op TV was geweest", daarover wenst appellant alle getuigen onder meer te bevragen. Appellant wil alle verdachten/getuigen bevragen over eventuele afspraken over niet vervolging in ruil voor een appellant belastende verklaring. Per getuige is nog het volgende aan bijzonderheden te vragen, waarbij geldt, dat de verklaringen van de getuigen vanzelfsprekend nog vragen kunnen oproepen.
(...)
ii. [betrokkene 1] , woont kennelijk nog steeds op Malta, geen bezwaar tegen verhoor door een rogatoire commissie; 1422 ev pv: waarom aangifte door moeder, [betrokkene 1] is dus nooit zelf gehoord? Beïnvloeding? Hij is in augustus 2009 aldaar begonnen met werken en niet zoals hij op blz 1423 stelt al in mei 2009.
Waarom heeft hij ingestemd met de koop van twee appartementen? Over het telefoongesprak dat hij met [betrokkene 4] heeft gevoerd, zie blzz 1710 van het pv. Waarom bij notarissen handtekeningen zetten, waarom heeft hij gevraagd om de loonstroken, wat was nu zijn eigen verklaring voor de terugbetaling (blz 1425). Waarom een aparte bankrekening geopend voor de hypotheek, dat wijst op een bewust plan; de precieze periode huurontvangsten ivm beweerdelijk verblijf op Malta; Over zijn werkzaamheden voor [A] wenst appellant deze getuige ook nog te bevragen.
(...)
13. De getuigen(-deskundigen) wenst de verdediging te horen om de navolgende redenen: het gaat niet om nietsvermoedende slachtoffers, de kopers wisten precies waaraan ze begonnen en hebben allen zelf veel werk verricht aan de verbouwingen, c.q. waren zich zeer wel bewust van de wijze waarop een en ander gestalte zou worden gegeven. Ook dienen de zogenaamde slachtoffers te worden bevraagd over hun beweerdelijk deplorabele financiële toestand voor en na de beleggingen via [verdachte] . De makelaars moeten ook ondervraagd worden over hun verklaringen en taxaties en uitleggen hoe die taxaties tot stand komen, in het bij zonder hoe de verschillen zouden kunnen ontstaan.
14. [verdachte] meent dat hij in zijn verdediging is benadeeld, doordat het Hof in het tussenarrest van 17 juli 2014 het merendeel van de getuigen heeft afgewezen, waardoor [verdachte] is beroofd van de mogelijkheid deze getuigen aan de tand te voelen, ook naar aanleiding van de verklaringen bij de Raadsheer-Commissaris van de wel toegestane getuigen, en hij herhaalt zijn verzoek de voormelde getuigen te horen, omdat deze wel degelijk kunnen verklaren over kwesties waarover in deze zaak beslissingen moeten worden genomen.
(...)
27. [betrokkene 1] : heeft niet zelf verklaard, zijn moeder doet aangifte: de auditu dus en die verklaring heeft geen enkele bewijswaarde, maar is ook onjuist geïnterpreteerd. [betrokkene 1] moet beslist zelf worden gehoord, dan wel moet dit bewijs van tafel geveegd worden."
- het bestreden arrest van 22 april 2015, onder meer inhoudende:
"Bij appelschriftuur van 25 juni 2013 heeft de verdediging verzocht om onder andere (...) [betrokkene 1] (...) als getuige te horen. Bij tussenarrest van 17 juli 2014 heeft het hof het horen van genoemde personen als getuigen afgewezen.
Ter terechtzitting van het hof van 8 april 2015 heeft de raadsman het verzoek tot het horen van deze getuigen opnieuw gedaan.
Maatstaf bij de beoordeling van dergelijke verzoeken is of het hof het horen van de getuigen noodzakelijk acht.
(...)
De getuige [betrokkene 1]
Verdachte [de Hoge Raad begrijpt: getuige] is vermoedelijk woonachtig op Malta. Een concreet adres ontbreekt. Op dit moment valt niet te verwachten dat de getuige te traceren is en binnen een redelijke termijn gehoord kan worden. Het hof wijst het verzoek tot het horen van deze getuige daarom af."
2.4.
De beslissingen tot afwijzing van de verzoeken tot het horen van [betrokkene 1] als getuige door het Hof bij tussenarrest van 17 juli 2014 en in de bestreden uitspraak zijn, mede gelet op hetgeen aan die verzoeken ten grondslag is gelegd, zonder nadere, doch ontbrekende motivering niet begrijpelijk. Het middel slaagt derhalve.

3.Beoordeling van het tweede middel

3.1.
Het middel klaagt onder meer dat de bewezenverklaring van het onder 3 tenlastegelegde niet uit de gebezigde bewijsvoering kan worden afgeleid.
3.2.1.
Ten laste van de verdachte is onder 3 bewezenverklaard dat:
"hij op tijdstippen in de periode van 27 september 2007 tot en met 10 december 2007, in Nederland, meermalen, telkens opzettelijk
- een factuur van [B] b.v., gedateerd 27-09-2007, gericht aan [betrokkene 5] , met kamer van koophandel nummer [001] , en
- een factuur van [B] b.v., gedateerd 15-11-2007, gericht aan [betrokkene 5] , met kamer van koophandel nummer [001] , en
- een factuur van [B] b.v., gedateerd 29-11-2007, gericht aan [betrokkene 5] , met kamer van koophandel nummer [001] , en
- een factuur van [B] b.v., gedateerd 10-12-2007, gericht aan [betrokkene 5] , met kamer van koophandel nummer [001] ,
- elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, hebbende dat valselijk opmaken hierin bestaat dat [B] b.v. een niet bestaand bedrijf betreft, althans niet onder de in de facturen genoemd Kamer van Koophandel nummer staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel."
3.2.2.
Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"20.
Een geschrift als bedoel in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5° van het Wetboek van Strafvordering, te weten een nota van [B] B.V., [a-straat 1] Arnhem (p. 2251 van het proces-verbaal, genummerd PL062B 2010157475), onder meer inhoudende:
Naam : [betrokkene 5]
Adres : [b-straat 1] Apeldoorn
datum : 27-09-2007
ref.nr. : 00-11-02-007
totaal : € 23725,63
Raborekening : [002]
KvK-nr: : [001]
21.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5° van het Wetboek van Strafvordering, te weten een nota van [B] B.V., [a-straat 1] Arnhem (p. 2254 van het proces-verbaal, genummerd PL062B 2010157475), onder meer inhoudende:
Naam : [betrokkene 5]
Adres : [b-straat 1] Apeldoorn
datum : 15-11-2007
ref.nr. : 00-11-02-007
totaal : €19.937,50
Raborekening : [002]
KvK-nr: : [001]
22.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5° van het Wetboek van Strafvordering, te weten een nota van [B] B.V., [a-straat 1] Arnhem (p. 2257 van het proces-verbaal, genummerd PL062B 2010157475), onder meer inhoudende:
Naam : [betrokkene 5]
Adres : [b-straat 1] Apeldoorn
Datum : 29-11-2007
ref.nr. : 00-11-02-007
totaal : € 14.875,-
Raborekening : [002]
KvK-nr: : [001]
23.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5° van het Wetboek van Strafvordering, te weten een nota van [B] B.V., [a-straat 1] Arnhem (p. 2261 van het proces-verbaal, genummerd PL062B 2010157475), onder meer inhoudende:
Naam : [betrokkene 5]
Adres : [b-straat 1] Apeldoorn
datum : 10 december 2007
ref.nr. : 00-11-02-007
totaal : € 8.330,-
Raborekening : [002]
KvK-nr: : [001]
24.
Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal (als bijlage genummerd […]), p. 1220 e.v. van het proces-verbaal, genummerd PL062B 2010157475) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [verdachte] :
Vr.: Wij, verbalisanten, tonen verdachte 4 facturen, ter zake "verbouwwerkzaamheden" aan het pand [c-straat 1] te Apeldoorn, gedateerd eind 2007, met briefhoofd [B] B.V.
Vr.: Wat is de reden, dat U op deze facturen het KvK-nummer van de eenmanszaak [C] gebruikt, terwijl deze eenmanszaak al eind 2005 bij de KvK is uitgeschreven?
Antw.: Daar heb ik geen verklaring voor. Het is ontzettend slordig, maar ik heb er geen verklaring voor waarom ik dit KvK-nummer hieronder heb gezet.
25.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5° van het Wetboek van Strafvordering, te weten een Uittreksel van de Kamers van Koophandel betreffende de onderneming [C] (p. 1232 van het proces-verbaal, genummerd PL062B 2010157475), onder meer inhoudende:
Dossiernummer: [001] Blad 00001
Uittreksel uit het handelsregister van de Kamers van Koophandel
Deze inschrijving valt onder het beheer van de Kamer van Koophandel voor Centraal Gelderland
**********************************************************
* Op 20-10-2006 is geregistreerd dat de activiteiten zijn gestaakt met *
* ingang van 22-12-2005. *
* Laatstelijk stond ingeschreven: *
**********************************************************
Onderneming:
Handelsna(a)m(en) : [C]
Rechtsvorm : Eenmanszaak
Adres : [d-straat 1] Arnhem
Datum vestiging : 01-09-2005
Bedrijfsomschrijving : Woningverbetering, onderhoud en
verbouw.
Werkzame personen : 11
--------------------------------------------------------De onderneming wordt gedreven voor rekening van:
Naam : [verdachte]
Geboortedatum en –plaats : [geboortedatum] -1946, [geboorteplaats]
Adres : [e-straat 1] Apeldoorn
--------------------------------------------------------
Alleen geldig indien door de kamer voorzien van een ondertekening.
Woerden, 30-07-2010
Uittreksel is vervaardigd om 14.27 uur
Voor uittreksel."
3.2.3.
Het Hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring voorts het volgende overwogen:
"Ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde stelt het hof vast dat de genoemde facturen zijn gebruikt om gelden uit de bouwdepot(s) te verkrijgen. De rechtbank heeft slechts bewezenverklaard dat [B] B.V. een niet bestaand bedrijf is, echter correspondeert het KvK-nummer dat op de facturen is gebruikt niet met het nummer waaronder het bedrijf, [B] B.V, bij de KvK staat ingeschreven. In zoverre zijn de gebruikte facturen vals."
3.3.
Aangezien de bewezenverklaring van het onder 3 tenlastegelegde, voor zover inhoudende dat de verdachte - kort gezegd - opzettelijk de in de bewezenverklaring genoemde geschriften valselijk heeft opgemaakt, niet zonder meer kan worden afgeleid uit de gebezigde bewijsvoering, is de bestreden uitspraak niet naar de eis der wet met redenen omkleed.
3.4.
Het middel is in zoverre terecht voorgesteld.

4.Slotsom

Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat de middelen voor het overige geen bespreking behoeven en als volgt moet worden beslist.

5.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 1, 3, 4 en 5 tenlastegelegde, de strafoplegging en de ter zake van feit 4 gegeven beslissing op de vordering van de benadeelde partij ING Bank N.V.;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren E.F. Faase en M.J. Borgers, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
15 november 2016.