Uitspraak
beiden wonende te [woonplaats],
beiden wonende te [woonplaats],
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
3.Beoordeling van het middel
De dakopbouw beslaat de breedte van de woning van [verweerder] c.s.
De (gemeenschappelijke) eigendom ontstaat van rechtswege en staat los van de juiste ligging van de erfgrens. Een vordering tot verwijdering (of handhaving) van een opbouw op een mandelige scheidsmuur kan dan ook niet op de loop van de erfgrens worden gebaseerd. Deze oordelen worden in cassatie niet bestreden.
Het hof heeft daarbij evenwel miskend dat de deskundige van Nedeb, H.J. Bakker, tijdens de comparitie van partijen bij de rechtbank, ter toelichting op het rapport heeft uiteengezet dat hij ervan is uitgegaan dat de erfgrens precies door het midden van de scheidingsmuur loopt, en dat hij daarvan uitgaande heeft gemeten vanuit de opbouw op de eerste verdieping van nr. 25. De conclusie van het rapport dat 13 cm over de erfgrens is gebouwd, houdt dus ook in dat 13 cm over het midden van de mandelige muur is gebouwd. [eiser] c.s. hebben dit ook betoogd, onder verwijzing naar het rapport van Nedeb en de daarop gegeven toelichting door de deskundige (akte na tussenarrest, onder 10, zie ook memorie van antwoord, onder 20).
In rov. 6 leidt het hof immers zelf uit de door [eiser] c.s. op de metingen gegeven toelichting af dat daaruit niet volgt dat [verweerder] c.s. ten minste 13 cm over de helft van de mandelige scheidsmuur hebben gebouwd, maar dat de slotsom zou moeten zijn dat de helft van de mandelige scheidsmuur met 6 cm is overschreden. Voor zover het hof heeft gemeend dat het aan deze constatering voorbij mocht gaan, omdat het niet de overschrijding als zodanig, maar de gestelde omvang daarvan beslissend heeft geacht, of omdat het verlangde dat [eiser] c.s. een nader deskundigenrapport in het geding brachten, nu het in zijn tussenarrest had geoordeeld dat een toelichting op het rapport van Nedeb onvoldoende was, heeft het aan de onderbouwing van de stellingen van [eiser] c.s. te strenge eisen gesteld.
4.Beslissing
25 november 2016.