Uitspraak
wonende te [woonplaats],
gevestigd te Dublin, Ierland,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van de middelen
4.Beslissing
9 december 2016.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 december 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een effectenleaseovereenkomst. De eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaten, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de arresten van het gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft de vraag of Dexia, de partij die de effectenleaseovereenkomst heeft uitgevoerd, daadwerkelijk aandelen voor de cliënt heeft aangekocht en of er een beroep kan worden gedaan op de hardheidsclausule. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de kantonrechter en arresten van het gerechtshof, die aan deze uitspraak zijn gehecht. De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt eiseres in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 3.048,34.