De bestreden uitspraak houdt het volgende in:
"De veroordeelde is bij arrest van dit hof van 1 juni 2015 (parketnummer 21-000443-15) ter zake van het misdrijf medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid (feit 3 primair), alsmede het misdrijf diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking (feit 4) veroordeeld tot straf.
Uit het strafdossier en bij de behandeling van de vordering ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat veroordeelde uit het bewezenverklaarde handelen financieel voordeel heeft genoten.
Veroordeelde heeft geen verklaring afgelegd over opbrengsten en kosten, zodat het hof tot een berekening zal komen op grond van de uitgangspunten in het zogenaamde BOOM-rapport.
Aan de inhoud van wettige bewijsmiddelen ontleent het hof de schatting van dat voordeel op een bedrag van € 25.371,22 (vijfentwintigduizend driehonderd één en zeventig euro en twee en twintig eurocent).
Voor de schatting van de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel zoekt het hof aansluiting bij de berekening van dat voordeel in het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij, op 14 oktober 2013 gedateerd en ondertekend door rapporteur [verbalisant 3], brigadier, van politie Twente, cluster West.
Conclusie
Het voorgaande leidt tot de volgende berekening:
Uitgangspunten opbrengst:
- In de kwekerij stonden minimaal 330 hennepplanten
(verklaring van verdachte).
- De opbrengst aan hennep per plant van de kwekerij is gemiddeld 28,2 gram.
- De bruto opbrengst aan hennep per oogst bedraagt:
- 330 planten x 28,2 gram = 9,3060 kilogram.
- De verkoopprijs van de hennep bedraagt minimaal € 3.280,00 per kilogram.
- De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt minimaal 9,306 kilogram x € 3.280,00 = € 30.524,00.
- Er is één maal geoogst.
Uitgangspunten kosten: (uitgaande van 330 planten)
- Afschrijvingskosten per oogst € 250,--
- Inkoopprijs stekken 330 x € 2,85 = € 940,50
- Variabele kosten 330 x € 3,33 = € 1.098,90
- Kosten knippers 330 x € 2,00 = € 660,--
- Kosten Enexis volgens opgave d.d. 31 augustus 2012:
€ 2.228,74
- De woning werd door veroordeelde bewoond, zodat huurkosten niet worden meegenomen.
- Totale kosten: € 5.178,14
Op grond van het vorenstaande en aan de inhoud van wettige bewijsmiddelen ontleent het hof de schatting van dat voordeel op een bedrag van € 25.345,86.
Naar het oordeel van het hof zijn bijzondere redenen voor matiging van de betalingsverplichting niet aan de orde. Draagkracht is in principe een aangelegenheid die in de sfeer van de executie moet worden bezien. In het ontnemingsgeding is draagkracht alleen aan de orde als aanstonds duidelijk is dat de veroordeelde ten tijde van de beslissing van de rechter geen draagkracht heeft of zal hebben. Een dergelijk inzicht omtrent het geheel ontbreken van actuele en toekomstige draagkracht bij de veroordeelde is er niet. Hieruit volgt dat bij de executie moet worden bezien wat voor de veroordeelde de betalingsmogelijkheden zijn ter voldoening aan de op te leggen ontnemingsmaatregel.
De verplichting tot betaling aan de Staat
Op grond daarvan zal het hof de verplichting tot betaling aan de Staat stellen op een bedrag van € 25.345,86 (vijfentwintigduizend driehonderdvijfenveertig euro en zesentachtig cent."