Uitspraak
1.De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
2.De aanvraag tot herziening
3.Beoordeling van de aanvraag
4.Beslissing
20 december 2016.
Hoge Raad
Op 20 december 2016 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een zaak betreffende een aanvraag tot herziening van een eerder arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De aanvrager, geboren in 1941, was eerder veroordeeld voor 'medeplegen van opzettelijke overtreding van de Wet op de kansspelen'. De aanvrager stelde dat hij niet de eigenaar-exploitant van het casino was, maar dat dit een ander was. De Hoge Raad oordeelde dat het bewezenverklaarde feit als 'medeplegen' was gekwalificeerd en dat het Hof bekend was met de argumenten die in de aanvraag tot herziening werden aangevoerd. De Hoge Raad concludeerde dat de aanvraag tot herziening kennelijk ongegrond was en wees deze af. De uitspraak van de Hoge Raad bevestigde de eerdere veroordeling van de aanvrager, waarbij hij was opgelegd een gevangenisstraf van twee weken voorwaardelijk en een geldboete van fl. 2.500,-.