Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het eerste middel
3.Beoordeling van het tweede middel
4.Slotsom
5.Beslissing
23 februari 2016.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 februari 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag. De verdachte was eerder veroordeeld voor mensenhandel en had een gevangenisstraf van 24 maanden gekregen, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De Hoge Raad oordeelde dat de strafoplegging niet voldoende gemotiveerd was. De vaststelling dat de verdachte eerder onherroepelijk was veroordeeld voor andere strafbare feiten, bood geen steun voor de conclusie dat dit hem had weerhouden om opnieuw strafbare feiten te plegen. Hierdoor was de strafoplegging ontoereikend gemotiveerd. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de strafoplegging, en wees de zaak terug naar het Gerechtshof Den Haag voor herbehandeling van de straf.